'Kordia' is een zuilvormige, goed zelf bestuivende zoete kers met een diep rode, bijna zwarte kleur.
De kersen rijpen in juli en zijn heerlijk zoet en aromatisch van smaak.
Snoei 'Kordia' in het voorjaar in een zuilvorm en laat daarbij korte horizontale takjes ongemoeid. Hierdoor kan de uiteindelijke hoogte van het boompje op 2 tot 3 meter worden gehouden.
'Regina' is een kruising uit 1981 van 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' (dat zijn de grote kersenbomen op onze kwekerij) met 'Rube'. De kersen hebben een bijzonder goede smaak en aroma en weinig last van barsten, ze rijpen relatief laat, eind juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt geven meestal een wat hogere opbrengst.
Dit zijn kleine boompjes, dus goed te verzenden. Omdat ze laag veredeld en als zuilvorm gekweekt zijn blijven ze klein.
'Stella' is een vruchtbare, donkerrode, vrij zoete kers met een goede smaak, weinig gevoelig voor barsten.
De kersen rijpen omstreeks half juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt kunnen de vruchtzetting bevorderen.
'Stella' is een Canadees ras (1970), van nature vrij compact.
Deze planten zijn bovendien laag geënt, het blijft dus een klein boompje.
'Sylvia' is een vrij late (eind juli), zelf bestuivende zuilvormige zoete kers. Het blijft een smal opgaand, klein boompje, dat weinig snoei vraagt. Als zuilvorm kan ze ook in pot op het terras worden gehouden.
Kruisbestuiving met andere rassen zal de opbrengst verhogen.
In de volle grond hoef je ze ook geen water te geven en vergt ze nog minder onderhoud.
Eindelijk kunnen we ook deze klassieker van voor 1850 uit ons lieve buurland aanbieden. Ze heeft zeer goed smakende grote donkerpaarse vruchten met groen-geel vruchtvlees die vanaf half augustus rijpen. Ze is zeer ziekte resistent.
Ze is prima zelfbestuivend, maar de opbrengst kan worden verhoogd door kruisbestuiving met 'Anna Spath', 'Czar','Monsieur Hatif', Opal', 'Reine Claude d'Althan' en 'Victoria'.
Met mate snoeien in het voorjaar.
De 'Hauszwetsche' is een ziektevrije zelfbestuivende zoete pruim met grote langwerpige vruchten. Het groen-gele vruchtvlees laat goed los van de pit. Ze geeft een goed regelmatige opbrengst.
Ook hier geldt; zelf bestuivend maar geeft nog meer opbrengst met andere rassen in de buurt.
Matig snoeien in het voorjaar of meteen na de oogst.
Voor je Proermevlaai.
'Opal' is een van onze favoriete pruimen. Ze is gezond, makkelijk en redelijk zelfbestuivend. Ook kan ze als bestuiver een rol spelen voor andere rassen zoals 'Victoria'.
Het vruchtvlees is geel en het velletje heet blauw te zijn, maar dan wel pruimenblauw.
Ook 'Stanley' is zelf bestuivend. Maar als je er plaats voor hebt plant dan een aantal verschillende rassen, zowel om de oogst te spreiden, de opbrengst te verhogen als omwille van de subtiele smaakverschillen.
De grote ovale, sterk berijpte vruchten rijpen omstreeks eind augustus tot half september.
Na de oogst of in het voorjaar licht snoeien in vaasvorm zodat de zon diep in de kroon kan doordringen.
Nog zo'n lekkere pruim, het ljkt wel of we ze `zelf hebben uitgezocht.
Ook deze is redelijk zelfbestuivend hoewel de vruchtzetting altijd beter is als er een ander ras in de buurt staat. In dit geval bijvoorbeeld 'Opal'.
'Victoria' is zoet- aromatisch. Pruimentijd is het eind augustus.
Nectarines zijn in feite perzikken met een gladde schil. Beide zijn niet de makkelijkste fruitsoorten voor ons klimaat. Ze kunnen last hebben van late nachtvorsten en tijdens de bloei zijn nog weinig bestuivende insecten actief. Ook krulziekte kan voor problemen zorgen.
'Madame Blanchet' is een redelijk ziekte resistent zelfbestuivend ras. De grote gladde vruchten zijn donker rood-bruin en heerlijk zoet-sappig.
Dit is mogelijk een kruising met een kersen soort en groeit dan daardoor graag op een stam en niet struikvormig zoals de meeste sleedoorn. De vruchten zijn na verwerking goed eetbaar, maar ook leuk voor de vogels.
Sleedoorn is een typisch Limburgse struik, dit is de prachtige roze variant.
Het rozige zusje van de roos.
Een van de allerbeste zilverbladige longkruiden.
Diep blauwe bloemen aan korte stelen en fijn smal volledig zilver glanzend blad.
Een opvallend volle bossige plant die liever niet te diep wordt terug gesneden.
Meeldauw zagen we hier nog nooit in.
Een goede gezonde bodembedekker.
Lekker vol glimmend, super zilver.
Deze kreeg in 1999 op het Plantarium in Boskoop heel toepasselijk de zilveren medaille.
Een van de beste volledig zilverbladige vormen. Het glanst warempel in de zon.
De bloemen verkleuren van roze vrij snel naar blauw.
Glimmend van trots nog steeds.
Dikke vette bloemen zoals koningin Victoria ze mooi gevonden zou hebben.
Deze zou ook zeer meeldauw resistent zijn. Handig, maar na de bloei blad knippen, beetje mest en water zorgen ook altijd voor gezond vers blad dat tot de winter mooi blijft.
Een van de betere bloeiers dus. Nochtans absoluut niet vlekkeloos, dus ook bladschoon bij deze.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Een nog onontdekte kleur voor deze voorjaarsbloeiende rotsplant.
Ze groeien hier niet ver vaandaan in Duitsland in het wild en daar kom je vast ook deze heerlijke kleur tegen. Van nature zijn ze diep paars-blauw.
Echt een bloemetjes plant.
Paasklokjes zou je ze kunnen noemen deze fijne vroege en best grote bloemen voor zo'n kleine plant.
Als ze het naar hun zin hebben, op een best warm plekje in doorlatende grond kunnen ze hele plakken vormen.
De zaaddozen zijn lollige pluizebollen.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
De zoet sappige vruchten rijpen eind september en smelten quasi in je hand.
In 1820 gevonden door Bonnet uit Boulogne sur Mer en vernoemd naar
monsieur Hardy, directeur van de 'Jardin de Luxembourg' in Parijs.
Ze kan zich zelf bestuiven maar de opbrengst wordt aanzienlijk verhoogd wanneer een van de volgende rassen in de buurt staan: 'Bonne Louise d'Avranches', 'Charneux' 'Clapp's Favorite', 'Conference', 'Doyenné du Comice', 'Gieser Wildeman', 'Supertrevoux' of 'Triomph de Vienne'.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
'Gieser Wildeman' is goed zelf bestuivend en kan na de oogst begin oktober tot eind januari worden bewaard. eetrijp zijn ze een paar weken na de oogst.
De kleine regelmatig gevormde peertjes worden vooral als stoofpeer gegeten.
Ze kan tijdens 'beurtjaren' een wat lagere opbrengst geven.
Het is een trage groeier, geschikt voor kleine tuinen.
Zuilvormen van fruitbomen zijn hip. Ze zijn ideaal voor kleine tuinen en kunnen zelfs in pot op een balkon of als fruitheg worden geplant. Het zijn speciale rassen die heel weinig groeien en hele korte vruchtbare zijtakken maken. Ze hoeven ook niet of nauwelijks gesnoeid. Voor een haagje plant je deze 60-80 cm van elkaar.
'Obelisk' is zelffertiel, ze lijkt qua smaak op Conference', een zoete sappige peer dus.
Tof deze.