De meest geteelde rode voor de snij. Verbloeiend van rood naar roze violet, bij pioen wordt dat al paars genoemd.
Uit 1908 maar nog steeds de meest geteelde rode snijpioen.
Compact, maar toch graag een beetje steun.
Licht geurend.
Halfgevulde rozerode, afkomstig van Orville, de Amerikaanse veredelaar uit Illinois die ook veel Hemerocallis cultivars heeft geïntroduceerd.
Zeer geliefd voor de tuin en als snijbloem vanwege de diep donkere kleur.
Glanzend groen blad dat in de herfst verkleurt.
Deze vreselijke combinatie van geel met wit en roze roept in mij onmiddellijk het verlangen op om er aan te ruiken.
Mijn intuïtie klopt; ze geurt zoet.
Ze bloeit zeer rijk.
Een zondags toetje.
Sarah is een laatbloeier en een echte klassieker van Lemoine (1906).
Ze bloeit dubbel roze. Het roze is hier en daar geaccentueerd met rode vlekken en lichtere randen aan de bloem blaadjes. Ze hebben een golvende rand.
Sterke snijbloem.
Excellent geurend.
Vroeg, dubbel wit met een vleugje roze als de knoppen net open zijn. Oudere bloemen zijn volledig wit.
Relatief hoog (100 cm), goed geurend.
Stevige lange stelen, ideaal als snijbloem.
Het meest bijzonder blad dat we kennen bij pioenen.
Subtiel, zacht varenachtig en ontwapenend vurig rode of roze open bloemen.
Ze is, in tegenstelling tot de rest, een liefhebber van eerder humeuze, licht zure grond.
Dit zijn zaailingen dus de kleur van variëren.
De witte bloemen met een crèmekleurige waas en een snufje roze steken duidelijk en nogal verrassend af tegen het prachtig diep rode blad.
Ze is polvormend met grondstandige rozetten, een probleemloze plant voor elke standplaats in zon of halfschaduw.
Prima winterhard.
De dwergvorm van 'Blue Spire'. Deze dingen komen uit de Mongoolse stenige steppe waar ze samen met Eremurus staan. Ze hebben dus niets nodig behalve zon. Kou deert ze ook niet.
Diep snoeien in het voorjaar.
Deze zilveren droom, samen met Echinacea en Verbena, vormt sinds 2010 de ruggengraat van onze prairie border.
Peter Catt van Liss Forest Nursery, Hampshire, Groot-Brittannië is de uitvinder van de beste Russische salie tot nu toe: 'Lacey Blue' en in 2012 introduceerde hij 'Silvery Blue'.
Nog ietsje lager en dus steviger maar vooral vanwege het zeer zilveren blad een opwindende introductie.
Ze zijn allemaal prima winterhard en geurig.
Zilveren Djengis Khan lavendel.
Een recente introductie van Chris Ghyselen, de Belgische tuinarchitect en tevens Persicaria koning. De meeste van onze Persicaria zijn door hem geselecteerd.
Deze nieuwe bloeit rijk en lang met zeer ranke lange bloemstengels.
Persicaria zijn heel sterk en makkelijk en bloeien meestal tot de eerste vorst waarna ze abrupt in elkaar zakken.
Deze majestueuze schermbloemige kan een beetje tippen aan Ferula. Dus ze is geweldig.
Het blad komt niet hoger dan 70 cm, de rest vormt het bloemstengel festijn. Die stengels zijn bovendien donker purper.
Een zeer bruikbaar verticaal element voor je border dus. Ik denk daarbij aan prairie hoewel ze oorspronkelijk uit zuid-oost Europa komt.
Ze is monocarp, dus sterft na de bloei, maar houdt zich uitstekend in stand via zaailingen. Bijen zijn er dol op.
De bijzondere kleur bedankt deze Phlomis aan haar kruisingsouders. (P. purpurea x P. crinita) Phlomis laat zich maar moeilijk stekken. De meeste worden daarom gezaaid. Bij deze kan dat helaas niet. Zoals je ziet is het stekken gelukt. Massaal zullen we haar helaas nooit aan kunnen bieden.
Ze staat al jaren in onze tuin. In strenge winters vriest ze tot de grond terug om in het voorjaar weer uit te lopen. In dat geval bloeit ze niet in het voorjaar, maar in het najaar.
Voor het eerst ingevoerd in 1999. Nu eindelijk in productie. Kweken is een kwestie van geduld.
Een van de meest spectaculaire Phlomis die ik ken, hoog uit de bergen van Marokko.
We hebben haar jaren lang getest en ook wel eens verloren. Nu hebben we denk ik de slag te pakken.
Gigantisch blad en lange stengels met reusachtige zacht roze bloemen.
Grijp je kans zo lang de voorraad strekt.
Phlomis russeliana mag in geen enkele tuin met mediterrane aspiraties ontbreken. De crème gele bloemen in etages maken veel indruk. Het is een warmte uitstralende plant met groot olijfgroen wollig blad. Dat blad heeft bovendien een sterk onkruid werende werking.
Kruidachtig en half-bladhoudend. Best in de zon. Prima winterhard.
Deze wordt wel verward met Phlomis russeliana, Het zijn beide kruidachtige, dus niet verhoutende soorten, maar deze is subtieler van kleur en veel hoger. De verfijnde combinatie van groen-grijs wollig blad met zacht roze met beige bloemen vind ik heel aangenaam. Het is mede vanwege haar hoogte een indrukwekkende plant die soms zelfs de 2m haalt.
Ze is prima winterhard en half bladhoudend.
Turkse salie, uit Griekenland.
Phlox moet van mij egaal van kleur zijn met die papegaaien kan ik niet zo veel. Paniculata is mooi statig rechtopstaand en vaasvaardig.
Deze is tamelijk meedauw resistent, goed geurend en vrijwel egaal van kleur.
Alleen, waarom 'Blue' want dit is toch echt violet.
Veel Phloxen hebben last van drie dingen: tweekleurige bloemen in foute kleuren en meeldauw.
David heeft nergens last van.
De bloemen geuren en kunnen ook op de vaas.
Een sterke witte bordervuller.
Een Nederlandse introductie uit 2010, na 8 jaar testen geselecteerd op geur en ziekte resistentie.
Phloxen zijn makkelijke standvastige planten.
Ik vind de meeste wat al te bont en ben geen fan van van tweekleurige bloemen. Maar deze mag er zijn, met haar zoet-sappige bloemetjes.
We zijn al jaren op zoek naar de beste blauwe Phlox. De meeste hebben het euvel dat het blauw 'verdampt' bij warm weer. En dan worden ze dus roze. Helaas is de kans op warm weer erg groot tijdens hun bloeitijd.
Bij deze hebben we dat nog niet gezien.
Een leuke nieuwe freak onder de vlambloemen.
We maakten er voor de grap een kleine hoeveelheid planten van omdat het ook voor ons nog zo nieuw is.
Stelt tot nu toe niet teleur.
Je zou er bijna van gaan trouwen.
Een makkelijke en betrouwbare plant die overal wil groeien.
De bloemen zijn groot en opvallend.
Bij hoge temperatuur kunnen ze wat lichter van kleur worden.
De beste rode wellicht, vooral als het niet zo warm is.
Ter ere van Paco en Cameron.
Duende voor je border.
Dit inheems schatje heeft me altijd vertederd. Een wonderlijk mooie voorjaarsverassing toch, als dit in je ruig grasland staat en zich daar dan uitzaait.
Het is bovendien een belangrijk geneeskruid.
Het blad wordt in Spanje gegeten en de bloemen kunnen versuikerd of in salade.
Echt voorjaar.
We willen altijd iets aparts toch? Dit oude Duitse ras van voor 1785 is niet alleen bijzonder van kleur, maar ook zeer smaakvol en productief. Oogst: begin juli.
Het is geen zelfbestuiver. Zorg dus voor een ander kersenras binnen een straal van 100 meter. Goede bestuivers zijn bijvoorbeeld:
'Early Rivers', 'Wijnkers', 'Dubbele Meikers', 'Hedelfinger', 'Regina', 'Rheinische Schattenmorelle', 'Stella', 'Schneiders Späte Knorpelkirsche', 'Sylvia', Donissens Gold' en Sweetheart?
Alleen al vanwege de naam maar ook vanwege de fabuleuse smaak zijn we dol op de reausachtige, stokoude 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' in onze schapenweide. 'Dönissens', omstreeks 1824 in Duitsland gevonden, is net zo lekker en ook goed productief. De oogst is relatief laat; vanaf eind juli. Bestuiving kan met de meeste andere rassen uitgezonderd 'Kordia' en 'Techlovan'.
De beste gele.