Wollige bloemkelken aan lange aren, heerlijk zilver grijze stengels en blad.
In het voorjaar knip je ze diep terug; verder geen omkijken naar en gegarandeerd een eindeloos lang bloemenfeest in het najaar.
Ze komen van de ijskoude steppes in de Kaukasus, maar doen het ook voortreffelijk in heet zuid Frankrijk.
Maak je dus geen zorgen als iemand beweert dat deze een beetje bang wordt van vorst.
Onzin: Dit is Genghis Khan lavendel.
De dwergvorm van 'Blue Spire'. Deze dingen komen uit de Mongoolse stenige steppe waar ze samen met Eremurus staan. Ze hebben dus niets nodig behalve zon. Kou deert ze ook niet.
Diep snoeien in het voorjaar.
Deze zilveren droom, samen met Echinacea en Verbena, vormt sinds 2010 de ruggengraat van onze prairie border.
Peter Catt van Liss Forest Nursery, Hampshire, Groot-Brittannië is de uitvinder van de beste Russische salie tot nu toe: 'Lacey Blue' en in 2012 introduceerde hij 'Silvery Blue'.
Nog ietsje lager en dus steviger maar vooral vanwege het zeer zilveren blad een opwindende introductie.
Ze zijn allemaal prima winterhard en geurig.
Zilveren Djengis Khan lavendel.
Extra zilver blad en zeer rijke volle bloei kenmerken deze recente dwergvorm gevonden tussen zaailingen van 'Blue Spire'.
Knippen zorgt voor herbloei. Maar doe dat in ieder geval elk voorjaar.
Goed voor een zilveren medaille op Plantarium 2009.
Deze heeft de fijnste wollige bloemen.
Ik ga hier niet omheen draaien; dit is gewoon een simpele bodembedekker en we zijn er wegens gebrek aan tijd en aandacht nog niet achter welke affinis nu de allerbeste is.
Tot nu toe weten we zeker dat ze onverwoestbaar zijn en allemaal rood en roze tegelijk kunnen bloeien.
Lekker laag zijn ze ook allemaal, dus zijn het perfecte bodembedekkers.
Deze majestueuze schermbloemige kan een beetje tippen aan Ferula. Dus ze is geweldig.
Het blad komt niet hoger dan 70 cm, de rest vormt het transparante bloemstengel festijn. Die stengels zijn bovendien donker purper.
Een zeer bruikbaar verticaal element voor je border dus. Ik denk daarbij aan prairie hoewel ze oorspronkelijk uit zuid-oost Europa komt.
Ze is monocarp, dus sterft na de bloei, maar houdt zich uitstekend in stand via zaailingen. Insecten zijn er dol op.
Phlomis russeliana mag in geen enkele tuin met mediterrane aspiraties ontbreken. De crème gele bloemen in etages maken veel indruk. Het is een warmte uitstralende plant met groot olijfgroen wollig blad. Dat blad heeft bovendien een sterk onkruid werende werking.
Kruidachtig en half-bladhoudend. Best in de zon. Prima winterhard.
Deze wordt wel verward met Phlomis russeliana, Het zijn beide kruidachtige, dus niet verhoutende soorten, maar deze is subtieler van kleur en veel hoger. De verfijnde combinatie van groen-grijs wollig blad met zacht roze met beige bloemen vind ik heel aangenaam. Het is mede vanwege haar hoogte een indrukwekkende plant die soms zelfs de 2m haalt.
Ze is prima winterhard en half bladhoudend.
Turkse salie, uit Griekenland.
Veel Phloxen hebben last van drie dingen: tweekleurige bloemen in foute kleuren en meeldauw.
David heeft nergens last van.
De bloemen geuren en kunnen ook op de vaas.
Een sterke witte bordervuller.
Het donker purperen blad doorstaat milde winters ongeschonden. Mocht het bevriezen, dan krijg je prachtig nieuw blad in het voorjaar. Zoals meestal; hoe kouder, hoe donkerder. De combinatie met de heerlijke paarse bloemetjes is ook geslaagd. De bloemen zijn diep donker en bijzonder groot voor jakobsladder.
Een geweldige nog vrij nieuwe introductie.
'Stairway to heaven'.
Een makkelijke en betrouwbare plant die overal wil groeien.
De bloemen zijn groot en opvallend.
Bij hoge temperatuur kunnen ze wat lichter van kleur worden.
De beste rode wellicht, vooral als het niet zo warm is.
Ter ere van Paco en Cameron.
Duende voor je border.
Pluot is de samentrekking van plum en apricot een kruising dus van een abricoos met een Japanse pruim.
Pluot is niet zelf bestuivend. Bestuiving is mogelijk met abrikoos, pruim, sierpruim of een ander ras pluot.
De smaak van de gladde vruchten is bijzonder goed, zeer zoet en complex.
Abrikoos-pruim is in Californië ontwikkeld door Zaiger's Genetics.
'Tros Oranje' is een productief oud ras met kleine vruchten. Ze is prima zelfbestuivend, maar kruisbestuiving met andere rassen geeft nog meer opbrengst.
Ze zijn heerlijk zoet en geschikt voor verwerking of verse consumptie.
Snoei ze vooral de eerste 5 jaar niet, daarna sporadisch, na de oogst. Neem daarbij takken helemaal weg om een open kroon te houden.
Niet iedereen heeft, zoals wij, in zijn tuin plaats voor gigantische hoogstam kersenbomen. Voor mannen met hoogtevrees, kleine tuinen of zelfs een balkon komt deze traag groeiende minikers wellicht van pas. Dit bij de grond vertakkend kersenstruikje wordt niet hoger dan 1,5 meter, of korter als je haar topt, maar kan na een paar jaar wel kilo's kersen dragen. Snoeien is niet nodig en ze bestuift zichzelf. Andere rassen in de buurt bevorderen zoals altijd de vruchtzetting.
Oorbellen, zus van Betty?pani shenan
Alleen al vanwege de naam maar ook vanwege de fabuleuse smaak zijn we dol op de reausachtige, stokoude 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' in onze schapenweide. 'Dönissens', omstreeks 1824 in Duitsland gevonden, is net zo lekker en ook goed productief. De oogst is relatief laat; vanaf eind juli. Bestuiving kan met de meeste andere rassen uitgezonderd 'Kordia' en 'Techlovan'.
De beste gele.
'Kordia' is een zuilvormige, goed zelf bestuivende zoete kers met een diep rode, bijna zwarte kleur.
De kersen rijpen in juli en zijn heerlijk zoet en aromatisch van smaak.
Snoei 'Kordia' in het voorjaar in een zuilvorm en laat daarbij korte horizontale takjes ongemoeid. Hierdoor kan de uiteindelijke hoogte van het boompje op 2 tot 3 meter worden gehouden.
'Regina' is een kruising uit 1981 van 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' (dat zijn de grote kersenbomen op onze kwekerij) met 'Rube'. De kersen hebben een bijzonder goede smaak en aroma en weinig last van barsten, ze rijpen relatief laat, eind juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt geven meestal een wat hogere opbrengst.
Dit zijn kleine boompjes, dus goed te verzenden. Omdat ze laag veredeld en als zuilvorm gekweekt zijn blijven ze klein.
'Stella' is een vruchtbare, donkerrode, vrij zoete kers met een goede smaak, weinig gevoelig voor barsten.
De kersen rijpen omstreeks half juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt kunnen de vruchtzetting bevorderen.
'Stella' is een Canadees ras (1970), van nature vrij compact.
Deze planten zijn bovendien laag geënt, het blijft dus een klein boompje.
Eindelijk kunnen we ook deze klassieker van voor 1850 uit ons lieve buurland aanbieden. Ze heeft zeer goed smakende grote donkerpaarse vruchten met groen-geel vruchtvlees die vanaf half augustus rijpen. Ze is zeer ziekte resistent.
Ze is prima zelfbestuivend, maar de opbrengst kan worden verhoogd door kruisbestuiving met 'Anna Spath', 'Czar','Monsieur Hatif', Opal', 'Reine Claude d'Althan' en 'Victoria'.
Met mate snoeien in het voorjaar.
De 'Hauszwetsche' is een ziektevrije zelfbestuivende zoete pruim met grote langwerpige vruchten. Het groen-gele vruchtvlees laat goed los van de pit. Ze geeft een goed regelmatige opbrengst.
Ook hier geldt; zelf bestuivend maar geeft nog meer opbrengst met andere rassen in de buurt.
Matig snoeien in het voorjaar of meteen na de oogst.
Voor je Proermevlaai.
Zuilvormige pruimen zijn een recente ontwikkeling. Ze maken hele korte vruchtbare zijtakken waardoor ze als een ± 80 cm brede kolom groeien en snoei vrijwel niet nodig is. Ze kunnen dus ook in pot maar in de volle grond vragen ze veel minder aandacht. 'Mirabelle Ruby' is zelfbestuivend, maar zoals vaak het geval: de opbrengst wordt nog beter wanneer ze worden kruisbestoven, bijvoorbeeld door bijvoorbeeld: 'Mirabelle de Nancy', 'Opal' of 'Victoria'. Het vruchtvlees is geel-rood, de smaak is zoet met een vleugje perzik.
'Opal' is een van onze favoriete pruimen. Ze is gezond, makkelijk en redelijk zelfbestuivend. Ook kan ze als bestuiver een rol spelen voor andere rassen zoals 'Victoria'.
Het vruchtvlees is geel en het velletje heet blauw te zijn, maar dan wel pruimenblauw.
Deze zelffertiele pruim, in 1860 gevonden in Frankrijk, is tamelijk groeikrachtig. Als laagstam blijft ze relatief klein. De grote vruchten rijpen in augustus. Ze zijn zeer zoet, aromatisch en sappig.
Hoewel ze prima zelfbestuivend is kan bestuiving door bijvoorbeeld 'Bleue de Belgique', 'Reine Claude d'Althan' of 'Victoria' de opbrengst nog vergroten.
Ook 'Stanley' is zelf bestuivend. Maar als je er plaats voor hebt plant dan een aantal verschillende rassen, zowel om de oogst te spreiden, de opbrengst te verhogen als omwille van de subtiele smaakverschillen.
De grote ovale, sterk berijpte vruchten rijpen omstreeks eind augustus tot half september.
Na de oogst of in het voorjaar licht snoeien in vaasvorm zodat de zon diep in de kroon kan doordringen.
Nog zo'n lekkere pruim, het ljkt wel of we ze `zelf hebben uitgezocht.
Ook deze is redelijk zelfbestuivend hoewel de vruchtzetting altijd beter is als er een ander ras in de buurt staat. In dit geval bijvoorbeeld 'Opal'.
'Victoria' is zoet- aromatisch. Pruimentijd is het eind augustus.