De lang verwachtte opvolger van 'Jos Eijking' ('Saphire Blue') die iedereen zo bewonderd heeft in de border bij onze winkel.
Gevonden in Preston, Lancashire, met wat grotere en misschien wel nog blauwere bloemen doet 'Big Blue' zeker niet onder voor de al zo fantastische 'Jos'.
Even sterk, betrouwbaar vast en combineert met alles.
Een van mijn allerliefste planten.
Eryngium x zabelii is de kruising van Eryngium alpinum x bourgatii met typisch veel grotere bloemhoofden dan beide ouders. Deze nieuwe werd gevonden door kwekerij Arends uit Ronsdorf.
'Violetta' heet zo vanwege het vleugje purper in de donkere stengels en bloermkroon.
Dat maakt ze misschien wel de donkerste van allemaal.
We hebben hier lang over getwijfeld.
Want koniginnekruid hoort gewoon groots te zijn, de bloemschermen net zo.
Maar deze belooft dat waar te maken in de kleinere tuin.
De bijen en vlinders zijn bijzonder blij met deze late dracht.
Een reusachtige landschapsplant voor de grotere tuin. Grote witte wolken in de nazomer. Subtiel, groots en heerlijk makkelijk en onderhoudsarm, precies wat je nodig hebt in een grote tuin.
Bijen hebben hier een bijzonder late dracht aan.
Geweldig materiaal voor grootse composities.
Een zeer makkelijke plant met veel impact. Fors, sfeerbepalend en standvastig maar ook compact en bloeirijk. Met dank aan Piet Oudolf voor de introductie in 2013.
Als in het najaar deze wolken op kleur komen brengt dat de tuin in een heel andere fase en sfeer. Het verrast me elk jaar weer aangenaam hoe alles ongemerkt ingrijpend veranderd.
Als je er plaats voor hebt; planten.
Deze bevelen wij aan voor droge moeilijke plekken waar anders niets meer wil groeien. De stolonen kruipen zelfs op de ongunstigste plekjes nog gestaag maar niet problematiisch verder.
Het blad ontwikkelt zich na de geurige bloei eind april en wordt in het najaar intensiever rood.
De bloemen hebben een sterke, heerlijk zoete geur.
Uit het wild in de buurt van Nice, natuurlijk.
Maar evengoed bijzonder sterk en winterhard. Bloei van begin zomer tot herfst.
Misschien wel de allersterkste en beste wolfsmelk van allemaal maar wel soms kortlevend.
Geef ze de ruimte, ze groeit breed uit. Het fijne naaldvormige blad knip je in het voorjaar diep terug.
Iedereen moet deze geweldige gele wolkjes planten.
Een kruising van twee door bijna heel Europa voorkomende soorten (Euphorbia waldsteinii x E. cyparissias). Beide sterk, makkelijk en geschikt voor elke standplaats inclusief droge schaduw. Goed vast, winterhard en gezond.
Ze mag na de bloei of in de herfst teruggeknipt.
Vormt bij ons een contrasterend duo met zwarte Helleborus. Heerlijk.
'Smokey' heeft nog iets donkerder blad dan de bronsgroene Foeniculum vulgare var. rubrum.
Dat donkere blad vind ik net iets aangenamer voor mijn vasteplanten borders.
De smaak is gelijk aan die van gewone groene venkel. Heel vaak gebruiken we het niet in de keuken, dus dan kan het maar beter ook een beetje sierlijk zijn.
Sierlijk bronsgroen blad en vrolijke vaasvaardige schermen, maar vooral ook een groente of keukenkruid. Alle delen van de plant zijn te gebruiken. Als vaste plant vervangt ze voor de gemakkelijke tuinier en minder kritische cuisinier de eenjarige dille, die aanzienlijk meer aandacht vraagt. Ze zaait zich als je de uitgebloeide schermen laat staan, rijkelijk uit.
Plant je ze niet voor jezelf, doe het dan voor de Koninginnenpage. Haar rupsen zijn dol op het loof.
Uit het veredelingsprogramma van Neil Anderson van de Universiteit van Minnesota stamt deze compacte zeer rijk en lang bloeiende vorm.
Knip uitgebloeide bloeistengels regelmatig weg voor meer bloei. Je mag ook alle stengels tussendoor een keer wegknippen, dat versterkt de plant.
Zomersneeuw.
Deze vegetatief vermeerderde kloon die de soort populair maakte is geselecteerd op rijke bloei en een iets meer compacte bouw. Verder als de soort, dus witte vlinders met wat rood op lange slanke stelen. Ze beginnen flink op te vallen als de herfst vordert omdat ze dan het hevigst van alles wat nog bloeit, bloeien.
Inmiddels zijn er veel compactere vormen maar deze blijft een topper.
Regelmatig terugknippen maakt de plant steviger. Ze gaat dan snel weer opnieuw bloeien.
Als kleur is het een spectaculaire doorbraak, deze picotee onder de Gaura. Het feestelijke roze-rode randje maakt het voor mij een beetje bont. Maar de donker purperen knoppen en rijke bloei maken meer goed dan je lief is.
Gevonden door Hardy's en in 2008 op Chelsea geïntroduceerd.
Knip Gaura allemaal regelmatig terug ook al zijn nog niet helemaal uitgebloeid. Daarvan worden ze voller en gaan ze nog rijker bloeien.
Ware het niet dat er de laatste jaren zo eindeloos veel geweldige nieuwe introducties zijn, dan was dit onbetwist de Geranium van het Millennium. Super blauw en zeer breed uitspreidend.
Deze bloeit zo lang en rijk dat je serieus het risico loopt er bloemmoe van te worden.
Trendsetter voor een hele nieuwe generatie geraniums.
Tweede plaats won deze nieuwe Geum in 2016 in de 'plant of the show competitie' op Chelsea. Het is een kruising van G. 'Beech House Apricot' x G. chiloense 'Red Dragon' gevonden door Elizabeth McGregor, waar ook die fantastische 'Swan anemonen' vandaan komen. Ze bloeit van het vroege voorjaar tot de herfst, met een hoogtepunt in het voorjaar.
Een zeer makkelijke weervaste plant.
Een statement van distinctie, deze zachte maar toch sterke, bijna struikvormende plant uit de rozenfamilie met los gepenseelde witte sterren als bloemetjes, en rode stelen.
Geneeskruid van noord Amerikaanse indianen die de wortels in september verzamelen.
Bovenal subliem plantgoed voor de onverstoorbare tuinier.
Bijzonder aansprekend met talrijke relatief kleine diep donker rode bloemen met een kastanjebruin hart.
Een nieuwe relatief lage cultivar die explosief, soms wat snel verbloeit.
Makkelijk, onverwoestbaar zelfs.
Een prairieparel.
En eindelijk ook dwergjes onder de zonnekruiden.
Dit is echt een kleintje. Je gelooft je ogen niet.
Nog steeds niets voor potten omdat ze daarvoor te laat bloeien. Maar zoveel te meer voor de border waar ze nu pas in het najaar echt op de voorgrond mag staan.
Net zo makkelijk.
Deze in 2012 geïntroduceerde, Nederlandse vinding van Arie Blom behoort tot de nieuwe generatie dwerg-Helenium.
De bloem-blaadjes hebben een rafel randje en zijn een beetje opgekruld.
De kleur deed Arie denken aan de middagzon, vandaar de naam.
Daglelies zijn volgens een bevriende sjieke Engelse tuindame not done. Althans dat vond haar moeder. Ze zouden ordinair zijn.
Ze zijn in ieder geval gemakkelijk en onverwoestbaar en als ze niet al te bont veel kleurig zijn vind ik ze absoluut kunnen.
Zeker in zo'n classy kleur.
Bovendien zijn de bloemen eetbaar
Een introductie van Heemskerk in 2006. Op zoek naar de donkerste daglelie, zijn we dat niet allemaal?
Grote diep donkere bloemen.
Half bladhoudend.
Je mag dit pas echt zwarte bloemen noemen.
Fris groen elegant, zeer smal verticaal blad
Iris chrysographes heeft soms een dun geel netwerk op de onderkant. Verder is de bloem bijna zwart.
De rest van de Itris zijn er plomp bij.
We zaiien ze uit eigen tuin.
Net echt en pure elegantie.
Beemdkroon maakt zeer veel nectar is daarom aantrekkelijk voor bijen en vlinders.
Ze is vrijwel uit Nederland verdwenen door de stikstof depositie uit de veeteelt. In Zuid Limburg, langs rivieroevers en in de duinen is ze nog te vinden. Vroeger was ze algemeen.
De zeer zeldzame knautiabij kan niet zonder deze plant en komt alleen nog in Limburg voor.
Een echte Slavische plant, wild voorkomend in Joegoslavië, Albanië, Bulgarije en Roemenië waar ze in struikgewas en open bossen te vinden zijn. De kleur is zeer bruikbaar en de textuur mag er, hoewel een tikkeltje wild, ook best zijn. De kleine platte bloemhoofdjes staan op lange elegante stelen. Aan de basis vormen ze een scabiosa-achtig bladrozet. De totaal indruk is natuurlijk maar ook opvallend.
Zaait zich ook lekker zelf verder.
Imposante, stevige, manshoge bloemstengels met tot 25 cm lange bloemtrossen.
Het blad komt tot ongeveer een meter.
Voor wel heel bijzonder spektakel.
Dit met van die reuze blauwe Eryngium en we hebben al een monumentaal feestje.
Op de foto in onze tuin tussen Deschampsia.