Een aangename donkerbruine bladplant met contrasterende rozig witte bloemschermen. In het zelfde genre als Angelica sylvestris 'Vicar's Mead': een inheemse plant met een aangenaam afwijkende bladkleur.
'Ravenswing' zaait zich rijkelijk en vrij soortecht uit en vormt zo tapijtjes met dat heerlijke bruine blad. Dit gebeurt zonder andere planten te verdringen of belemmeren.
Laat haar spontaneren!
Er bestaan een aantal verschillende kleurvarianten van de oorspronkelijk rood en groen met witte 'Nora Barlow' die in de middeleeuwen al bekend was al 'Rose Columbine'. De groeiwijze is verder identiek. 'Black Barlow' is, voor een goed verstaander was het al duidelijk, de bijna zwarte versie, statig op hoge vertakkende stengels. De gevulde pompon bloemen zijn net roosjes.
Ze zijn gezaaid dus wel wat variabel.
Eindelijk een 'Black Rose'.
Ook zo'n heerlijke stevige voor de overgang tussen zon en schaduw.
De bloemen staan fier op de stevige stengels. De kleur is bijzonder bruikbaar.
Net als de rest een prima snijbloem.
De moeder van alle Barlow's.
Bekend in de middeleeuwen onder de toepasselijke naam: 'Rose Columbine' (Akelei roos). De pomponvormige gevulde bloem aan elegante lange stelen verkleurt van groen tot rood met wit.
Alle andere Barlow-akeleien werden hiervan afgeleid.
Een beminnelijke bloem uit de middeleeuwen.
Een gezond klein struikje met rijke bloesem in het voorjaar en voor mens en dier eetbare vruchten in de herfst. Rijk aan vitamine C.
'Hugin' is een selectie uit de wildpopulatie van Walpole Island, Canada, door het Alnarp Instituut uit Zweden in de handel gebracht.
Appelbes is vooral geschikt voor verwerking tot confituren of jam.
Het blad kleurt vuurrood in de herfst.
Een zeer winterhard en gezond Russisch appelbessen ras met grote zoete en sappige vitamine-C rijke vruchten, maar bovendien vanwege de intensief rode herfstkleur ook als sierplant zeer geschikt.
Appelbessen zijn zelfbestuivend sterk en makkelijk fruit voor mens en dier.
Doe de vogels en jezelf een plezier.
Speciaal voor bessen productie geselecteerde cultivar met grote, zwarte vruchten.
Het blad wordt in de herfst purperrood. Het is een Finse, zeer sterke cultivar die graag op vochtige gronden groeit. Appelbessen kunnen produceren en worden geplant in de volle zon of in de halfschaduw op allerlei grondsoorten, ook op drogere of vochtige plaatsen.
Deze Amerikaanse plant is een van de beste vlinderplanten voor onder andere de monarchvlinder. Bij ons wordt ze, net als de vlinderstruik, alleen bevlogen door allesetende en dus minder bedreigde bijen- en vlindersoorten. Nog s teeds goed voor veel gefladder.
Het sap is giftig, dus vermijd contact tijdens het snoeien.
De bloemen geuren licht naar vanille en ze staat graag zonnig.
Wintergroene pollen met stervormige geurende gele bloemen. De plant is vanwege het lange spitse blad goed bruikbaar als lijnvormig element in mediterrane combinaties. Donker violet en dit geel zijn sterke bondgenoten.
Uitstekend winterhard.
Maar moet absoluut in de zon.
Deze recente introductie, een vermoedelijke kruising tussen Aster novi-belgii en cordifolius werd door collega Christian Kress gevonden in de tuin van Ruth Treff in Darmstadt.
Ze bloeit lekker laat en rijk aan sterk vertakkende stelen met talrijke kleine bloemtjes, is vitaal en vooralsnog meeldauwvrij.
Waar spreken we af?
Tussen een stuk of tien nieuwe soorten werd deze er door iedereen uitgepikt. We kregen haar in 1999 van onze Franse collega Antoine Breuvart en hebben haar uitgedeeld aan onze Nederlandse collega's. Vasterival was toen kerngezond. Inmiddels zien we dat ze ook wel meeldauw kan krijgen.
Het blijft met haar donkere stelen en blad en haar aangename zachtroze kleur een van de beste onder de grote Asters.
Uit vrees voor meeldauw zijn we jarenlang terughoudend geweest ten aanzien van Asters. Maar het zijn zulke waardevolle late bloeiers dat je er eigenlijk niet zonder kunt. Er is in al die jaren behoorlijk geselecteerd op gezondheid. Dus met en met breiden we ons sortiment uit met de Asters die ons fijn, kleurrijk en gezond genoeg lijken. 'Rosenwichtel' kwam uit Duits onderzoek naar voren als een van de 10 meest gezonde uit de Dumosus groep. Ze vormt een laag, rijk bloeiend kussentje.
Kleine bloemen in een perfect getroffen zachte kleurstelling. De bloemen en ook de bouw van de plant lijken op die van Aster lateriflorus waar 'Lovely' volgens sommigen toe behoort. Wij kregen de plant als Aster vimineus 'Lovely' wat weer mooier klinkt. The Gardeners Guide to Growing Asters van Paul Picton vermeldt summier het voorkomen van Aster vimineus 'Lovely' in Noord Amerika.
Zeer rijk bloeiend, fijn kort van steel.
Lieflijke wolkjes.
Deze kleinbloemige aster begint roze en verkleurt langzaam naar wit. Vandaar de leuke naam die we wel vaker tegenkomen bij soorten met verkleurende bloemen. De verkleuring geeft diepte en maakt de plant wat spannender dan haar puur roze soortgenoten.
Ze vormt een mooie volle ronde pol.
Makkelijk en goed vast.
Het geslacht Aster wordt herzien. Deze is volgens de laatste inzicht omgedoopt naar het interessant klinkende Symphyotrichum. Om verwarring te voorkomen volgen we voorlopig de oude naamgeving.
Onder de Asters is dit mogelijk de diepst donker blauwe van allemaal.
Lekker laat, laag, super betrouwbaar, weervast en hemels.
Een nog zeldzaam aangeboden introductie van onze vrienden van de Ferdinadushof, dus echt uit Zeeland.
Verbeterde 'Shaggy'.
Stevig rechtopstaand met zeer grote witte bloemen, lekker lang bloeiend.
Witter nog dan 'Snow Star'.
Al jaren wordt er in dit geslacht driftig veredeld door professionele liefhebbers. We zijn daar erg blij mee. De nieuwe cultivars hebben opvallende kleuren en bloemen die goed boven het blad staan.
Deze is van Hans Hansen die 14 jaar kruisingen van wildvormen uit Texas en Oklahoma selecteerde. Het blad is blauw-groen de stelen zijn donker grijs. Het jonge blad heeft een bronzen waas. Ze vormt een volle compacte zeer standvastige struik.
Deze kruising van Baptisia tinctora x alba is gevonden door Jim Ault van de Chicago Botanic Garden in Glencoe, Illinois. De bloemen aan lange stelen die boven het blad uitsteken verkleuren van citroen geel naar violet bruin. De jonge stengels lopen in het voorjaar donker purper uit.
'Solar Flare' is zeer rijk bloeiend.
Baptisia zijn lang levende droogte resistente planten.
De zeldzame witte vorm van Baptisia uit Wisconsin. Het blad is blauw-groen de stengels zijn grijs-groen.
Bijzonder miraculeus hoe deze speren de grond uit schieten. Plant ze zo snel mogelijk want ze worden alleen maar spectaculairder naarmate de pol groter en ouder wordt.
Plant mij nu.
Baptisia australis is fantastisch blauw maar deze vorm is echt ongewassen indigo.
Het kon dus nog zo veel blauwer, verbazingwekkend, wow.
Redelijk compact voor Baptisia en net zo vroeg bloeiend als de rest.
Ze zijn, eenmaal gevestigd, gemakkelijk en standvastig.
Dit is een goede groeier, de Baptisia die zich het snelst thuis voelt in je tuin.
Nadrukkelijk feestelijk aanwezig, eerst met heel fijn grijs-groen blad, dan die knallende tot 25 cm lange bloemtrossen en in de herfst met die knikker-vormige bolronde peulen.
Voor onze nieuwe blauw-gele border die nu eindelijk misschien wel werkelijkheid wordt.
Een darling uit Texas die het hier uitstekend doet.
Jim Ault van de botanische tuin van Chicago kruiste Baptisia australis met Baptisia bracteata met dit fantastisch resultaat.
De licht doorbuigende bloemstengels zijn lang en komen daardoor goed boven het grijsblauwe blad uit. Na de rijke bloei zorgt dat fijne blad voor sierwaarde.
Deze recente introductie is een van de vroegst bloeiende Baptisia.
Ik word hier heel blij van.
De bloemen van deze spectaculaire recente introductie van Chicago Botanic Garden zijn bijzonder violet-bruin met een geel keeltje. Het blad is wat grijs-blauw.
De bloemen staan in lange aren duidelijk zichtbaar boven het blad.
Baptisia is voor de prairiebegrippen een van de eerste bloeiers.
Dit is de kruising van B. australis x B. sphaerocarpa van die laatste komt dat toefje geel.
Eenmaal standgevat zeer langlevend en sterk.
Daar is ie dan eindelijk, die waanzinnig veelkleurige hippie van een plant.
Het is een kruising van de gele Buddleja weyeriana 'Honey Comb' met een gewone Buddleja davidii.
Vlinders zijn hier minstens zo dol op als ik.
Helaas nog schaars.
Deze fantastische cultivar, vermoedelijk een spontane kruising van Buddleja davidii en Buddleja fallowiana, werd in 1940 gevonden bij kasteel Lochinch in Schotland.
Kenmerkend zijn het zilver-grijze blad en de geurende violet-blauwe bloemen met een oranje oogje.
In het voorjaar diep snoeien, dan blijft het een vitale volle struik.
Mijn favoriete vlinderstruik.