Een goede zoete munt voor alle toepassingen zoals thee, dessert en tabuleh.
Even makkelijk als de rest, een van de lekkerste.
Nauw verwant aan Marokkaanse.
Een mooie vorm met een sterk fruitige geur en een lichte gember smaak. Door ons graag in vruchtensap gebruikt. In Vlaanderen is het een voornaam ingrediënt bij de bereiding van paling. Het bont gevlekte blad heeft, mocht je daar van houden, vooral als de planten plotseling hard gaan groeien zeker sierwaarde. Het begint volledig groen in het voorjaar.
Kruising van M. arvensis x M. spicata.
Heerlijk geurende en sterke frisse munt.
In het voorjaar is het gladde onbehaarde blad donker bruin. De plant heeft met name door het frisgroene blad het tere uiterlijk van basilicum.
De heerlijke geur zit er in de verte ook in.
Onbetaalbaar, voor de rest Mastercard.
Ik zou er zelf niet op zijn gekomen, die bessen, maar er is een milde fruitige geur aanwezig. Het helpt dat het blad in het voorjaar spectaculair donker, bijna zwart, is. De ogen gaan immers voor de neus in de hiërarchie der zintuigen.
Voor milde munt liefhebbers met iets fruitigs voor je cocktails of Tabouleh.
En om je munt kwartetspel compleet te maken
Er bestaat wat verwarring omdat er twee munten zijn die 'Chocolate' heten.
Dit is de chocolade geurende variant. Dus ruikt deze in de verte iets naar chocolade.
Bovendien is het uitlopende blad in het voorjaar chocolade bruin van kleur.
Een variëteit uit Amerika
Het glanzende rood aangelopen ronde blad is heerlijk fris en bijzonder geparfumeerd.
Het is de eerste munt die na de winter uitloopt met donkergroen rond vlezig blad. Vers geoogste bloemen blijven lang mooi en geurig zelfs in droogboeket. Dit is niet je peper of zoete munt, dit is best straf maar ook fruitig; bijzonder van geur en smaak.
Gebruik het blad eens in een salade of Tabuleh.
Een zachte plant met een heerlijke sinaasappel geur. Het blad krijgt een geel-oranje herfstkleur.
Het blad is heel zacht en glad, dus ook uitermate geschikt als bijzonder dessertblaadje en andere culinaire toepassingen.
De kleur van deze nog vrij nieuwe nieuwe compacte dwerg werd ergens 'lavendelroze' genoemd zag ik. Misschien kunnen we het dan ook rozen-purper noemen? Kleuren-analfabetie is nog best wijd verspreid.
Dit is gewoon een lekker geurig dwergje met heerlijk pittige eetbare donkerroze bloemen die je uit het kroontje trekt en over je salade strooit.
Hoe moeilijk is dat?
'Beauty of Cobham' is een van de beste klassieke cultivars van Monarda. De roze bloemen met donkerrode schutbladen zijn erg mooi. Helaas wel wat meeldauw gevoelig. Zet hem midden in de border, dan zie je het niet. De plant heeft er verder weinig last van.
Monarda heet 'bergamot' vanwege de heerlijke geur die lijkt op die van Citrus bergamia. Het is een opwekkende, vrolijk makende geur. Je kunt de bloemen in salade strooien en er thee van maken.
Dit is een nog tamelijk nieuwe compacte lage vorm die zeer rijk bloeit.
Door de uitbundige bloei en bolvormige groeiwijze is ze ook geschikt als potplant.
ik raad dat af omdat ze voortreffelijker is in je border, maar het kan.
Fruitige dwergen zijn helemaal in.
Een vrij recente compacte rode met fijn donker getekend blad. Zeer laag en bolrond van vorm.
Vooralsnog volledig meeldauw vrij.
Trek de bloemen uit het bloemhoofd voor eetlust opwekkend pittig sla strooisel.
Geurig vuurwerk.
Zeer grote fruitig geurende eetbare bloemen, echt waar, kanjers!
Een nog tamelijk recente introductie uit de VS.
De donkere steel en schutblad met lichte bloemen gaan goed samen. De naam wordt regelmatig afgekort tot 'Ou Charm', vooral in Engeland.
'Oudolf's Charm' lijkt op 'Beauty of Cobham' maar dan met iets kleinere bloemen en een nog groter contrast tussen de lichte bloemen en de donkere schutbladen. Bovendien is ze iets resistenter tegen meeldauw.
Heerlijk van geur natuurlijk ook.
Aansprekende en goed combineerbare diep rode bloemen. Het bovenste blad aan de bloeistengel, kleurt mee naar rood. Soms wat gevoelig voor meeldauw.
De felste en sterkst geurende cultivar die wij kennen.
De klassieker; deze hebben we 'altijd al gehad'.
Squaw' is verbeterde 'Cambridge Scarlet' voor wat meeldauw gevoeligheid betreft. Ze hebben dezelfde bloemen en ook de geur komt overeen.
De bouw van de plant is er helaas iets minder op geworden.
Goed geurend rood.
Heel fijntjes is deze hop-marjolein met bellen die bij een wat oudere plant lang uitgroeien.
De bellen zijn veel kleiner en fijner dan die van 'Kent Beauty' maar uiteindelijk wel langer.
Ze is prima winterhard qua temperatuur; hoe kouder hoe beter. Maar ze staat daarbij wel graag droog.
Een typische bergplant zoals je ze in Turkije en Syrië wel tegenkomt.
Een supersterke en makkelijke nog vrij onbekende hopmarjolein.
Uitstekend winterhard, probleemloos in de volle grond, maar ook prima in pot.
Heerlijk sterk van geur maar misschien te mooi om te eten.
Een geweldige, welriekende fee.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
Deze rozemarijn behoort tot een bijzondere buitencategorie vanwege de heerlijke fruitige geur en het fijne zachte smalle naaldvormig blad
'Benenden Blue' heeft als synoniem 'Collingwood Ingram' naar de vinder, die ook wel 'Cherry' werd genoemd vanwege zijn passie voor kersenrassen. We traden zowel op Engeland als Corsica in zijn voetsporen.
Het verhaal over de aanrijding van Cherry en zijn chauffeur op Corsica past hier helaas niet.
Een heerlijke diep blauwe kleur heeft deze plat groeiende vorm met licht gebogen takken.
De kruipende vormen, zoals daze bloeien veel rijker en ook vaak al voor de winter.
Daar staat tegenover dat ze misschien iets vorstgevoeliger lijken te zijn.
Ideaal voor een hoge pot waarin ze elegant over kunnen hangen.
'Boule' was een van mijn eerste kruipende rozemarijnen, zo'n 25 jaar geleden gevonden in Zuid Frankrijk.
Lijkt qua diep blauwe kleur sterk op 'Corsican Blue' maar met een iets andere groeiwijze.
Haar takken zijn gebogen en het jonge hout is grijzig wit waardoor ze een regelmatige grijze bol vormt.
Kruipende vorm die tot een meter lang en breed kan worden.
Zeer volle bossige plant met fijne naalden die snel een pot vult.
Fantastisch die enorme watervallen van rozemarijn zoals je ze in zuid Frankrijk ziet. Bij ons doe je dat beter in pot.
Nog een kruipende vorm met fijn krullende takjes, korte naalden en metaal blauwe bloemen.
Prima voor de keuken en zeer leuk in pot.
Kruipende vormen zijn, ik zeg het nog maar een keer, wat minder winterhard dan opgaande. Maar je kunt het altijd proberen ze buiten te laten overwinteren.
De meest aromatische rozemarijn die we kennen. De takken zijn in de zomer plakkerig van de hars. Snelgroeiend stijf recht omhoog en daarna onder eigen gewicht soms doorbuigend.
Misschien iets vorst gevoeliger dan de meeste opgaande.
De plakkerigste en geurigste.
De bijzondere bladvorm met blauwe glans doet mij denken aan middeleeuwse kruidentuinen.
Als kruid gebruik je het maar zeer met mate, af en toe een paar bladpuntjes. Het kan abortief werken, dus liever niet van de wijnruit snoepen als je zwanger bent. De etherische olie in het blad kan in de zomer blaasjes op de huid veroorzaken.
De rups van de Koninginnen Page kan er maar niet genoeg van krijgen.
Net als sommige Franse tijmen heeft Spaanse Salie dat grote beetje extra warmte in de geur.
Salvia lavandulifolia bloeit rijker dan Salvia officinalis, heeft smaller blad en is veel aromatischer, licht mentholachtig met een vleugje Eucalyptus. Verder lijken ze in alles op elkaar.
Alleen al voor de bloemen moet je deze planten, en dan ook nog voor je keuken.
'Berggarten' is een lage, breed uitgroeiende cultivar met dik grijs-viltig reuzenblad. In goede tijden, als het in het voorjaar lekker doorgroeit, is het zo groot als spinazieblad. Snelgroeiend en zeer sterk. Het is een van de cultivars van Salvia officinalis die ook goed grondscheuten maken waardoor ze snoei goed verdraagt. Bloemen maakt 'Berggarten' slechts sporadisch.
Even de door de olijfolie en in de oven krokant laten worden voor over de sla.
Volgens mij is dit Salvia lavandulifolia. Ook na discussie met de vinder en naamgever Dr. Hans Simon, die veel respect verdient, blijf ik daarbij. We zijn samen met de zaklamp de donkere tuin van conferentieoord Grünberg in getogen om het te verifiëren.
Net als Salvia lavandulifolia dus: Heerlijk van geur en prima voor culinaire toepassing.
Je kunt beide zonder zaklamp bewonderen in onze lange zonnige salieborder.
Een bontbladige klassieker met romig geelgroen gevlekt blad. Ze wordt gemakkelijk mooi gevonden als randbeplanting langs een zonnig pad.
Ook prima geschikt voor keuken gebruik. Misschien iets zachter van smaak dan de gemiddelde gewone salie.
Meer een bladplant dan een bloeier.
Een hele fijne sterke cultivar en nette plant met groot donkergrijs blad dat ook intact blijft bij ongunstig weer.
De bloemknoppen zijn roodachtig en steken daardoor scherp af tegen het grijze blad.
Bijzonder sterk en goed voor tuin en keuken.
Wit bloeiende salie is een compacte plant, iets minder hoog dan de rest.
Niet alleen erg aantrekkelijk, maar ook heel lekker voor bij de pasta.
Ze bloeit zeer rijk en lang en als de bloemetjes zijn uitgevallen blijven de groen160-gele calyxen nog lang sierlijk.
Je snoeit ze na de bloei (geduld, het houdt een keer op) diep terug, dan blijven ze lekker vol.
Salvia ringens is een half verhoutende plant uit de Balkan waar ze tussen 500 en 1300 meter groeit. Op de berg Olympus komt ze voor tot 1900 meter.
Ze heeft gelobt bodembedekkend blad en tot 80 cm lange elegante bloeistengels die daar ver bovenuit steken met tot 4 cm grote bloemen.
Lastig te fotograferen en zeer bijzonder: Blad dat de bodem bedekt en en zeer lange luchtige stengels met grote bloemen.
Een super salie die naar de Goden reikt.
In bloei en vooral na regen, onder vochtige omstandigheden geurt ze sterk. Ze wordt dan ook geteeld voor de geurstoffen in mannen parfums, echt een mannengeurtje. Ooit merkte iemand terecht op dat de geur op die van keukenmeidenzweet lijkt. Vroeger was ze ook een ingrediënt in Muscat, een zoete wijn. Tweejarig, dus plant ze een winter voordat ze bloeien of vroeg in het voorjaar.
Prachtig tot diep in de herfst.
Een weinig spectaculaire plant maar extra leuk als vergeten keukenkruid vanwege de nootachtige smaak van het fijne blad.
Ze blijft bloeien met kleine borstelige bolletjes indien tijdens de bloei terug gesneden.
Het decoratieve blad bevat veel vit. C en kan ook worden gebruikt als sjabloon om poedersuiker op bijvoorbeeld een cake te strooien.
Een bijzondere onbekende vorm van bonenkruid met een verfijnd zoutig citroen-aroma. Geweldig als keukenkruid bij wat zwaardere gerechten zoals peulvruchten. Leg er ook een voorraadje gedroogd van aan want gedroogd is de smaak bijna nog beter.
Zeer rijk en lang sierlijk bloeiend in witte wolken.
Heerlijk en sierlijk in een.
Een zeldzame inheemse plant die vooral voorkomt op droge zandgronden in combinatie met Thymus pulegioides. Ze is geliefd bij bijen en hommels en waardplant voor de apollovlinder (die alleen in de bergen voorkomt) en de in Nederland zeer zeldzame wolfsmelkuil.
De Nederlandse naam is afgeleid van het Franse 'triquemadame'.
Een oersterke, makkelijke plant die veel wordt gebruikt op groendaken. (ook op onze bijenstal) Eetbaar, bijvoorbeeld in salades.
Geen citroentijm, maar wel een zeker zo sterk naar citroen geurende bonte siertijm. Dus ook prima voor keukengebruik.
Fris geel-groen glanzend blad dat in de winter zelfs een beetje rood kleurt.
Geelbont, zodat je ogen je neus kunnen waarschuwen; citroen recht vooruit!
Best heel lekker ondanks de roddel over de tuinman en overspel als opmaat naar haar vondst.
Een platte, kruipende vorm van citroentijm die bijzonder rijk bloeit en geurende vaste tapijtjes maakt.
Nog nieuw voor ons, mogelijk identiek aan een soort met een andere naam die we wel goed kennen, want zo gaat dat vaak.
En het wat knullige plantjeslatijn bij ontvangst doet vermoeden dat er mogelijk enige verbastering heeft plaatsgevonden.
Heel verrassend, die sterke karwijgeur van deze. De plant groeit plat en bouwt zich een beetje op als een heuveltje.
De naam herba-baronne komt van the baron of the beef, vrij vertaald 'het lendestuk van het rund' verwijzend naar de traditionele toepassing van dit kruid. 'Caraway' is een toevoeging die niet echt nodig is, dit is de originele vorm en de geur is overduidelijk.
Makkelijk, pittig, heerlijk en ook geschikt voor vegetariërs.
Deze het sterkst van allemaal naar citroen geurende tijm is officieel geen citroentijm. De geur is precies die van citroenverbena of verveine (Aloysia triphylla).
En die ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt.
Sterk en makkelijk, zeer vol en bossig groeiend.
Vooral die Goddelijke geur is onovertroffen.
Deze kwam uit Spanje verbasterd tot ons als; Thymus faustini en bleek volledig winterhard.
Het is de recent ontdekte kruising uit de streek van Murcia van waarschijnlijk T. mastichina subsp. mastichina met T. granatensis subsp. micranthus en dat is een spannende combinatie.
Vooral de matig winterharde mastichina is heerlijk en bijzonder van geur.
De geur van tomillo maakt mij gelukkig.
In Engeland wordt Tulbaghia, Society Garlic genoemd. Knoflook mag zich hierdoor vereerd voelen want we hebben het over een zeer edele plant. Het sierlijke blad met crème strepen in de lengte ruikt als knoflook. De lilaroze bloemen zijn fruitig geparfumeerd en verschijnen de hele zomer op lange stelen. Makkelijke potplant, mooi eetbaar alternatief voor Agapantus. Tulbaghia violacea komt uit Transvaal. Bij ons net niet winterhard, dus voor de zekerheid wel in de garage overwinteren.
Deze 'Szechuanpeper' komt wild voor in het oosten van de VS en Canada en is dus zeer winterhard. Het is een scherp gedoornde, kleine boom of meerstammige struik met fijn geveerd blad.
De vruchtjes zijn, net als bij Zanthoxylum piperitum, zeer scherp en prikkelend van smaak. De indianen kauwden er op tegen tandpijn. Tegenwoordig is het een geliefd keukenkruid. Ik ben er niet dol op, maar ik vind het fantastisch dat er een peper is die je zelf kunt kweken.
Dit is hem dan, de echte Szechuanpeper. De schilletjes van de zaden geven een tintelende scherpe smaak met een vleugje citrus. Ik ben geen hele grote fan omdat ik niet vaak Aziatisch kook, maar vele anderen zijn dat wel. Misschien heb ik te zeer een mediterrane inslag. Het jonge, naar citrus geurende, blad wordt in Japen gegeten als groente. Peper uit eigen tuin is hoe dan ook fantastisch.
De zaden rijpen in augustus - september.
Had ik de scherpe doorns al genoemd?