'Tros Oranje' is een productief oud ras met kleine vruchten. Ze is prima zelfbestuivend, maar kruisbestuiving met andere rassen geeft nog meer opbrengst.
Ze zijn heerlijk zoet en geschikt voor verwerking of verse consumptie.
Snoei ze vooral de eerste 5 jaar niet, daarna sporadisch, na de oogst. Neem daarbij takken helemaal weg om een open kroon te houden.
Niet iedereen heeft, zoals wij, in zijn tuin plaats voor gigantische hoogstam kersenbomen. Voor mannen met hoogtevrees, kleine tuinen of zelfs een balkon komt deze traag groeiende minikers wellicht van pas. Dit bij de grond vertakkend kersenstruikje wordt niet hoger dan 1,5 meter, of korter als je haar topt, maar kan na een paar jaar wel kilo's kersen dragen. Snoeien is niet nodig en ze bestuift zichzelf. Andere rassen in de buurt bevorderen zoals altijd de vruchtzetting.
Oorbellen, zus van Betty?pani shenan
Alleen al vanwege de naam maar ook vanwege de fabuleuse smaak zijn we dol op de reausachtige, stokoude 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' in onze schapenweide. 'Dönissens', omstreeks 1824 in Duitsland gevonden, is net zo lekker en ook goed productief. De oogst is relatief laat; vanaf eind juli. Bestuiving kan met de meeste andere rassen uitgezonderd 'Kordia' en 'Techlovan'.
De beste gele.
'Kordia' is een zuilvormige, goed zelf bestuivende zoete kers met een diep rode, bijna zwarte kleur.
De kersen rijpen in juli en zijn heerlijk zoet en aromatisch van smaak.
Snoei 'Kordia' in het voorjaar in een zuilvorm en laat daarbij korte horizontale takjes ongemoeid. Hierdoor kan de uiteindelijke hoogte van het boompje op 2 tot 3 meter worden gehouden.
'Regina' is een kruising uit 1981 van 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' (dat zijn de grote kersenbomen op onze kwekerij) met 'Rube'. De kersen hebben een bijzonder goede smaak en aroma en weinig last van barsten, ze rijpen relatief laat, eind juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt geven meestal een wat hogere opbrengst.
Dit zijn kleine boompjes, dus goed te verzenden. Omdat ze laag veredeld en als zuilvorm gekweekt zijn blijven ze klein.
'Stella' is een vruchtbare, donkerrode, vrij zoete kers met een goede smaak, weinig gevoelig voor barsten.
De kersen rijpen omstreeks half juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt kunnen de vruchtzetting bevorderen.
'Stella' is een Canadees ras (1970), van nature vrij compact.
Deze planten zijn bovendien laag geënt, het blijft dus een klein boompje.
Eindelijk kunnen we ook deze klassieker van voor 1850 uit ons lieve buurland aanbieden. Ze heeft zeer goed smakende grote donkerpaarse vruchten met groen-geel vruchtvlees die vanaf half augustus rijpen. Ze is zeer ziekte resistent.
Ze is prima zelfbestuivend, maar de opbrengst kan worden verhoogd door kruisbestuiving met 'Anna Spath', 'Czar','Monsieur Hatif', Opal', 'Reine Claude d'Althan' en 'Victoria'.
Met mate snoeien in het voorjaar.
De 'Hauszwetsche' is een ziektevrije zelfbestuivende zoete pruim met grote langwerpige vruchten. Het groen-gele vruchtvlees laat goed los van de pit. Ze geeft een goed regelmatige opbrengst.
Ook hier geldt; zelf bestuivend maar geeft nog meer opbrengst met andere rassen in de buurt.
Matig snoeien in het voorjaar of meteen na de oogst.
Voor je Proermevlaai.
'Opal' is een van onze favoriete pruimen. Ze is gezond, makkelijk en redelijk zelfbestuivend. Ook kan ze als bestuiver een rol spelen voor andere rassen zoals 'Victoria'.
Het vruchtvlees is geel en het velletje heet blauw te zijn, maar dan wel pruimenblauw.
Deze zelffertiele pruim, in 1860 gevonden in Frankrijk, is tamelijk groeikrachtig. Als laagstam blijft ze relatief klein. De grote vruchten rijpen in augustus. Ze zijn zeer zoet, aromatisch en sappig.
Hoewel ze prima zelfbestuivend is kan bestuiving door bijvoorbeeld 'Bleue de Belgique', 'Reine Claude d'Althan' of 'Victoria' de opbrengst nog vergroten.
Dit stokoude ras is nog steeds zeer geliefd. In de loop van augustus rijpen de zoete, aromatische, groen-gele vruchten.
Pruimen moeten voor een goede opbrengst worden bestoven door een ander ras. Als je plaats hebt, plant dan bijvoorbeeld een van de volgende rassen erbij, of probeer de buren te overtuigen dat te doen: 'Anna Spath', 'Belle de Louvain', Monsieur Hatif, 'Hauszwetsch', 'Opal', 'Reine Claude Althan', Reine Claude d'Aullins', 'Reine Victoria', 'Czar' of 'Stanley'.
Ook 'Stanley' is zelf bestuivend. Maar als je er plaats voor hebt plant dan een aantal verschillende rassen, zowel om de oogst te spreiden, de opbrengst te verhogen als omwille van de subtiele smaakverschillen.
De grote ovale, sterk berijpte vruchten rijpen omstreeks eind augustus tot half september.
Na de oogst of in het voorjaar licht snoeien in vaasvorm zodat de zon diep in de kroon kan doordringen.
Nog zo'n lekkere pruim, het ljkt wel of we ze `zelf hebben uitgezocht.
Ook deze is redelijk zelfbestuivend hoewel de vruchtzetting altijd beter is als er een ander ras in de buurt staat. In dit geval bijvoorbeeld 'Opal'.
'Victoria' is zoet- aromatisch. Pruimentijd is het eind augustus.
In onze tuin staat een inmiddels redelijk grote, wat rommelige zaailing waar we elke winter de noten van genieten. Ze hebben een wat dikke schil maar smaken prima.
'Robijn' is geselecteerd op resistentie tegen late nachtvorsten.
Dit is een netjes opgekweekt boompje met een mooi rechte stam en een bolrond pruikje.
Het is de eerste fruitsoort die bloeit en dus waardevol voor hommels,bijen en andere insecten.
Dit is mogelijk een kruising met een kersen soort en groeit dan daardoor graag op een stam en niet struikvormig zoals de meeste sleedoorn. De vruchten zijn na verwerking goed eetbaar, maar ook leuk voor de vogels.
Sleedoorn is een typisch Limburgse struik, dit is de prachtige roze variant.
Het rozige zusje van de roos.
Als het om de bloemen gaat is dit de topper. Ze zijn groot en sprekend kobaltblauw, werkelijk betoverend. Het blad is ook heel mooi egaal donker groen, bij het uitlopen extra donker, maar dus zonder vlekken. Het blad sterft tegen de winter iets eerder af dan dat van andere soorten.
Beste blauwe bloemen.
Een van de allerbeste zilverbladige longkruiden.
Diep blauwe bloemen aan korte stelen en fijn smal volledig zilver glanzend blad.
Een opvallend volle bossige plant die liever niet te diep wordt terug gesneden.
Meeldauw zagen we hier nog nooit in.
Een goede gezonde bodembedekker.
Lekker vol glimmend, super zilver.
Deze kreeg in 1999 op het Plantarium in Boskoop heel toepasselijk de zilveren medaille.
Een van de beste volledig zilverbladige vormen. Het glanst warempel in de zon.
De bloemen verkleuren van roze vrij snel naar blauw.
Glimmend van trots nog steeds.
Een zeer rijke bloeier in een aangenaam koraal rood met lang smal spits, rijk gevlekt, rechtopstaand blad.
Een vrij recente kruising met genen van Pulmonaria longifolia, de lang blad kampioen.
Geef ze een rijk plekje in de vochtige schaduw en je hebt er geen omkijken naar.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Lang smal spits en duidelijk gevlekt blad, rijk bloeiend met kobalt blauwe bloemen. Een zeer goede aanvulling op ons Pulmonaria sortiment.
Longkruid is een van de beste bodembedekkers die ik ken. Het blad blijft tot december mooi gezond.
Na de bloei kan er als ze te droog staan een beetje meeldauw in komen. Snijd ze dan tot de grond terug. Ze maken heel snel weer gezond nieuw blad.
Zeer rijk bloeiend in het vroege voorjaar. Na de bloei groeit het gevlekt blad uit voor de rest van het seizoen.
Wat zwakker in de diepe schaduw. Geef ze dus eventueel wat meer zon als ze niet gezond blijven.
Onze meest geliefde witte.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Een Duitse cultivar met dun gevlekt zachtgroen blad en dromerige zachtroze bloemen.
Lang de beste roze naar wij dachten maar inmiddels zwaar beconcurreerd door 'Pink Haze' en 'Pierre's Pure Pink'.
Kies zelf maar.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zuiver witte bloemen in het vroege voorjaar, zo rond Pasen een soort mijlpaal.
De zaden ontstaan in heerlijk warrige pluizen waar de plant nog lang sierwaarde aan ontleent.
Ze mogen graag in een soort rotsplant omgeving groeien.
Wit wildemanskruid is helemaal pluis.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Een nog onontdekte kleur voor deze voorjaarsbloeiende rotsplant.
Ze groeien hier niet ver vaandaan in Duitsland in het wild en daar kom je vast ook deze heerlijke kleur tegen. Van nature zijn ze diep paars-blauw.
Echt een bloemetjes plant.
Paasklokjes zou je ze kunnen noemen deze fijne vroege en best grote bloemen voor zo'n kleine plant.
Als ze het naar hun zin hebben, op een best warm plekje in doorlatende grond kunnen ze hele plakken vormen.
De zaaddozen zijn lollige pluizebollen.
Dit zou de meest winterharde cultivar van granaatappel zijn. Schattingen over de winterhardheid lopen uiteen tussen -13 en -20. Op een iets beschutte plek zou ze buiten moeten kunnen overwinteren.
Ze komt oorspronkelijk uit Iran, maar wordt al duizenden jaren in Italië gekweekt, voornamelijk voor het diep rode sap. De vruchten die in augustus-september rijpen hebben vrij weinig pitten en veel sap.
De naam is afgeleid van Grenada waar de Moren ze introduceerden.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
De zoet sappige vruchten rijpen eind september en smelten quasi in je hand.
In 1820 gevonden door Bonnet uit Boulogne sur Mer en vernoemd naar
monsieur Hardy, directeur van de 'Jardin de Luxembourg' in Parijs.
Ze kan zich zelf bestuiven maar de opbrengst wordt aanzienlijk verhoogd wanneer een van de volgende rassen in de buurt staan: 'Bonne Louise d'Avranches', 'Charneux' 'Clapp's Favorite', 'Conference', 'Doyenné du Comice', 'Gieser Wildeman', 'Supertrevoux' of 'Triomph de Vienne'.
Als ik twee peren moest kiezen, dan deze en 'Doyenne du Comice'. En gelukkig zijn die twee ook nog goede bestuivers voor elkaar. Lang gelden hadden we een boomgaardje in beheer met vooral 'Conference', de 'Doyenne du Comice' stonden er tussen als bestuivers.
Goed bewaarbaar en lang lekker.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
Dit zusje van Pyrus salicifolia var. pendula bloeit wat rijker en heeft net zulke leuke kleine peertjes.
Een heerlijk gedrongen, handzaam zilver boompje. Iedereen denkt dat het een olijf is maar deze schoonheid komt tot 1700 m hoog voor in Albanië, Turkije, Roemenië, Griekenland en de Krim. Ze heeft dus geen enkel probleem met zelfs onze strengste winters.
Het zacht zilveren blad heeft de vorm van een bootzeil, vandaar de naam.
'Fulton's Strawberry Surprise' is jaren geleden door de RHS verkozen tot best smakende rabarber. Ze kan nog steeeds redelijk meekomen met de nieuwste selecties. Bovendien werd ze onderscheiden met een AGM. De stengels zijn groen van binnen ze koken dus wat minder rood.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
'Poncho' is een relatief nieuw ras met een goede smaak.
De groenvlezige stengels zijn aangenaam mild, fris zuur van smaak.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
Wat mij betreft de ideale combinatie van het beste van zwarte bes en kruisbes. De vruchtgrootte houdt precies het midden. Ze rijpen in juni / juli.
Snelgroeiende struiken zonder doorns die makkelijk tot een leuk mini-boompje te snoeien zijn. Vrijwel onvatbaar voor ziekten.
Commercieel worden ze niet geteeld omdat de bessen te verspreid hangen. Thuis is dat geen probleem.
Goed gesnoeid zien ze er al snel uit als stokoude druivenstokken.
Deze recente introductie blijt laag en compact. Bovendien is ze mild van smaak waardoor ze ook vers aangenaam van smaak is.
Ze is volledig zelfbestuivend, er hoeft dus geen ander ras in de buurt te staan.
De besssen rijpen vanaf juni.
Snoepjes op peuterogenhoogte.
Grote trossen met dikke bessen.
De bessen hebben een zachte cassis smaak en vallen niet van de steel.
Handelbaar dus en zachtaardig van smaak.
Een heel goede zwarte, zo simpel is het.
Dit is geen zinkend schip maar een beste bes.
'Gloire des Sablons' is een oud (1854), maar vergeten ras met een heerlijke zachte zoete smaak. De bessen zijn zachtroze en halfdoorschijnend
We hebben grote volwassen struiken die soms dit jaar, maar zeker volgend jaar al bessen dragen. Ze rijpen vanaf eind juni.
Aalbessen zijn altijd zelfbestuivend.
Pink glory. Voor bij je champagne.
Sappige geel witte bessen in gevulde trossen. Zoeter dan rode aalbes.
Begin juli rijpen ze.
Aan de tros zijn aalbessen wekenlang bewaarbaar.
Ze kan prima als losse struik geteeld maar produceert nog beter in rijen aan draad, plant afstand is dan: 50 tot 100 cm.
Voor de gouden eeuw van de eetbare tuin.
Het spiegelei papaver spektakel. De bloemen zijn net een omelet.
Zilver-grijs blad, zuiver witte gekreukte bloemen tot 15 cm in doorsnede met een oranje-geel hart.
Ze staan graag droog en kunnen dan fors genoeg worden om er zo trots op te zijn dat je de bloemen gaat tellen. Meestal blijven ze wat lager dan de 2 m die ze kunnen halen Eenmaal aan de gang komen er elk jaar een paar takken bij.
Deze doorbloeiende bodembedekkende roos uit 2017 heeft gezond blad.
Ze heeft weinig geur, maar compenseert dat ruimschoots met haar kleur.
Deze bodembedekkende roos bloeit van juni tot oktober met bloemen van 5 tot 8 cm. Die helaas maar lichtjes geuren.
Het blad is glanzend, donker groen en gezond.
Het kasteel in de buurt van Madrid waar ze naar is vernoemd is overigens ook een bezoekje waard.
De 10 tot 15 cm grote bloemen geuren aangenaam. Ze kunnen het in de vaas tot 10 dagen volhouden. In je tuin bloeit ze door tot oktober.
Het blad is donkergroen en goed ziekteresistent.
Steek je neus eens in een kasteeltje.
Deze in 2018 door Poulsen geintroduceerde roos heeft 10 tot 12 cm grote, sterk geurende bloemen.
Ze heeft een ouderwets romantisch, lieflijk uiterlijk.
Haar blad is gezond en glanzend diep donkergroen.
De goud-gele bloemen van deze doorbloeiende roos zijn 8 tot 10 cm groot.
Ze heeft stevig, gezond blad.
Weinig geur helaas.