De zeldzame roze vorm van een van mijn favoriete kruiden.
Hysop bloeit rijk, iets later dan lavendel.
Bijen en vlinders hebben ook veel baat bij deze heerlijke bloemen.
In de keuken gebruik je het niet snel en ook de toepassing bij hoofdpijn vergt wat meer uitleg dan waar hier plaats voor is.
De witte vorm.
Besprenkel mij met Hyssop Heer en als u dat doet, doe het dan met de witte. (Asperges me, Domine hyssopo alba)
Rijk bloeiende armeluis lavendel met een opwekkend geurtje.
Je kunt er een kruidenthee van maken tegen hoofdpijn, die ook hoofdpijn kan opwekken.
Verplicht onderdeel van elke kruidentuin.
De compacte vorm van gewone hysop, sierlijk en zeer rijk bloeiend met intens diep donker blauwe bloemen.
Op een zonnige plek prima betrouwbaar. Deze wordt veel verward met lavendel in onze mediterrane border. Dan zou het meteen de donkerste zijn.
Een bijzondere straffe geur.
Meer bloemen dan lavendel.
Ze komt laat op en lijkt eerst een gewoon, wat traag gras met fel rode punten.
In de zomer wordt de hele plant al snel lichtgevend rood.
In groepen maakt het strijklicht van het najaar haar fenomenaal.
Voor niet te droge rijke liefst licht zure grond.
Een vroege indianenzomer.
Zoete aardappel is een tropisch gewas, de knollen moeten binnen worden overwinterd.
In bloei komen ze bij ons niet. We vinden ze vooral leuk in pot vanwege hun blad samen met andere bladplanten zoals Pennisetum x advena 'Rubrum'.
Ze gaan heerlijk overhangen en produceren een bladwaterval en als het meezit ook nog een eetbare knol.
De knol van deze amusant sierlijke potwoekeraar ontleend haar zoetheid aan inuline. De zelfde suiker al we in aardpeer aantreffen. Inuline wordt snel afgebroken, is niet dik makend en verdraaglijk voor suikerpatiënten.
En dat bronzen blad? Heel aardig toch in pot.
Dwerglissen bloeien vroeg en staan graag aan een warm randje in de zon.
Tot nu toe was ik van de stoere forse planten, maar je houdt altijd van de randjes over waar nog iets zou mogen staan.
Langs de lavendels bijvoorbeeld.
Een van de eerste dwergirissen, gevonden in 1958.
Al wat vaker gewassen deze hotpants.
In Zuid Franse boerderijtuinen is Iris de meest toegepaste, vaak ook de enige soort. In de zomer zie je ze nauwelijks nog staan maar in het voorjaar is het een sprookje. Ze combineren goed met mediterrane planten ook omdat ze graag met hun wortel bakken in de zon. Bruine bladpunten mag je gerust afknippen.
Deze rijk bloeiende middelandsezeekleurige culltivar zou zelfs kunnen herbloeien in de nazomer. Ze heeft tot wel 10 zeer grote bloemen per stengel.
Voor wie zonder geelvrees tuiniert, deze intensief eidooier gele. Groot, lang en rijk bloeiend en geweldig. Indrukwekkend als het geel van Ferula of Phlomis, een kleur die je bijblijft.
De dikke hoofdwortel van Duitse lis, ofwel Iris Germanica, moet bakken in de zon.
Een ouwe trouwe prijswinnaar. (1943)
Overigens:
Ola Kalá is Grieks voor helemaal prima en daar is het veel gebruikte 'OK' van afgeleid.
Je mag dit zwarte bloemen noemen.
Fris groen elegant smal verticaal blad
Iris chrysographes heeft soms een dun geel netwerk op de onderkant.
Fijner van textuur dan de Germanicas. zeer mooi!
Net echt.
Japanse Lis staat net als Siberische lis liever in wat vochtigere zure bodem.
De bloemen staan als ze helemaal open zijn horizontaals ze hebben ronde kelkbladen.
Deze werd in 1975 gevonden door de Duitse kwekerij Zillmer, het blijft een Japanse Lis.
Boter en suiker gaan goed samen en zorgen voor voedsel bliss, de zoete tegenhanger van chili en knoflook.
Een sterke en makkelijke lis die nergens last van heeft. Half mei tot half juni spectaculair.
Verantwoord snoepgoed.
Een wolk van een blauwe Iris met een subtiel zilveren randje.
Je hebt er eigenlijk helemaal geen omkijken aan die Siberische lissen.
Behalve als ze bloeien.
Een heerlijke kleur om verspreid tussen wolkige grijze bladplanten te zetten zoals Artemisia absinthium 'Lambrook Mist' of Lupinus chamissonis.
Iris sibirica is sterk en houdt van licht zure wat vochtige grond maar doet het overal prima.
Een zeer elegante hoge witte Iris uit 1952.
Net als de Germanica's plant je deze ook met hun rhizoom aan de oppervlakte op een droge zonnige plek.
Een puntje van kritiek voor alle lissen: De irisboorrups kan het blad in het voorjaar wat rafelig maken. De plant heeft daar verder geen last van en zonder rupsen zijn er ook geen vlinders.
Deze relatief lage baardiris is in 1968 gevonden door Schreiners.
Wij vinden de kleur heel aangenaam.
Ze staat graag droog en in de volle zon op elke grond.
Na de bloei mag het blad wat worden teruggeknipt, mocht dat ook bruine punten hebben gekregen.
'Broadview' is al op jonge leeftijd vruchtbaar en maakt veel kort vruchtlot waardoor de boom een volle bolle kroon vormt en ook compacter blijft. Ze is zelfbestuivend (apomictisch) en geeft veel, goed smakende, langwerpige, vrij grote noten. ' Een ander ras in de buurt kan zorgen voor nog betere opbrengst. 'Broadview' is ziekte resistent en een van de beste rassen.
Gezaaid omstreeks 1919 in Canada uit een partij noten uit Odessa.
'Buccaneer' is een sterke groeier met lange opgaande takken en daardoor wat later vruchtbaar. De kenmerkende tot 6 cm grote ronde vruchten zijn zeer aromatisch, ze rijpen vanaf eind september.
'Buccaneer' is zelfbestuivend en een goede bron van stuifmeel voor andere rassen. Een ander ras, zoals 'Broadview' binnen 100 meter zorgt voor een nog grotere opbrengst.
Walnoten bevatten veel gezonde omega-3 vetten.
Beemdkroon maakt zeer veel nectar is daarom aantrekkelijk voor bijen en vlinders.
Ze is vrijwel uit Nederland verdwenen door de stikstof depositie uit de veeteelt. In Zuid Limburg, langs rivieroevers en in de duinen is ze nog te vinden. Vroeger was ze algemeen.
De zeer zeldzame knautiabij kan niet zonder deze plant en komt alleen nog in Limburg voor.
Een kort levende vaste plant die zichzelf door uitzaaien in stand kan houden. Verwilderen dus in je prairie of vuurborder of gewoon vrolijke combinaties.
Dit bijna zuiver rood is zeer zeldzaam bij vaste planten.
De wat compactere dwergvorm zoals de naam keurig duidelijk maakt.
Uit een soort graspol van breed puntig blad worden deze pijlen afgeschoten.
Het verloop van groen naar geel is heel aangenaam bij deze cultivar uit 1940. De stelen zijn stevig.
Vuurpijlen kunnen wat onregelmatig bloeien. Ze hebben vooral warmte nodig. Maar als ze eenmaal gaan, dan gaan ze goed.
Heerlijk exotisch.
De naam lijkt niet helemaal juist gespeld maar ik spreek Bob Brown, wiens zoon haar vond en benoemde niet tegen.
Het ding is; deze heeft erg dikke bloemtrossen en is daarmee bijzonder feestelijk. Ze zijn er vooral trots op dat ze alleen onderin van kleur veranderen.
Voor een plant uit Zuid Afrika is ze bovendien extreem winterhard maar ze blijft exotisch en oh ja, een AGM.
Wat willen we precies nog meer?
Een lage zeer rijk bloeiende vorm.
Bloemen aan bronsgroene stengels die verkleuren van warm oranje-geel naar room-wit.
Het doorbuigende blad blijft relatief laag.
Gemakkelijk bloeiend en voor een vuurpijl zeer vorstbestendig.
Ik begin ze steeds meer te waarderen deze feestelijke planten die van de zomer een vurig feestje maken.
Deze rijke bloeier is nog vrij nieuw in ons sortiment en zou prima winterhard zijn.
Uitgebloeide bloemstengels wegknippen stimuleert de vorming van nieuwe.
Imposante, stevige, manshoge bloemstengels met tot 25 cm lange bloemtrossen.
Het blad komt tot ongeveer een meter.
Voor wel heel bijzonder spektakel.
Dit met van die reuze blauwe Eryngium en we hebben al een monumentaal feestje.
Op de foto in onze tuin tussen Deschampsia.