Een van de beste onder de moderne cultivars. Hoog, donker paarsroze, en lang doorbloeiend.
Redelijk meeldauw resistent en standvastig.
Net als bij de andere Hanekammen pluk je de bloemen uit het bloemhoofd om ze over je salade te strooien.
Roomse kervel komt oorspronkelijk uit mediterrane berggebieden. Ze komt in Nederland verwilderd voor.
Toen we nog verse kruiden aan de groothandel leverden mochten we er grote bossen van snijden. Daar werd meestal kruidenboter mee gemaakt. Het blad maakt deel uit van het Gelderse'Kruutmoes'. Ook de zaden zijn eetbaar. Als vaste plant is ze veel makkelijker dan eenjarige echte kervel. Je kunt er ook stiekem kervelsoep mee maken. Zeer geliefd bij nuttige insecten.
Heel fijntjes is deze hop-marjolein met bellen die bij een wat oudere plant lang uitgroeien.
De bellen zijn veel kleiner en fijner dan die van 'Kent Beauty' maar uiteindelijk wel langer.
Ze is prima winterhard qua temperatuur; hoe kouder hoe beter. Maar ze staat daarbij wel graag droog.
Een typische bergplant zoals je ze in Turkije en Syrië wel tegenkomt.
Deze zeldzame vorm is vermoedelijk een kruising van O. laevigatum x O. scabrum.
Iets dergelijks zagen we in onze tuin ook al eens ontstaan met O. sipyleum. Vooral de langgerekte 'hopbellen' doen daar aan denken.
We sparen hopmarjoleinen, zoals je inmiddels wel zult hebben begrepen. Ze komen allemaal uit bergachtig gebied in Turkije of Syrië en zijn uitstekend winterhard zo lang ze maar niet te nat staan.
Een supersterke en makkelijke nog vrij onbekende hopmarjolein.
Uitstekend winterhard, probleemloos in de volle grond, maar ook prima in pot.
Heerlijk sterk van geur maar misschien te mooi om te eten.
Een geweldige, welriekende fee.