Dit is de compacte, rijk bloeiende vorm van kleine plathoofd die normaal zo'n 80 cm wordt en daarmee nog niet half zo hoog is als de grote plathoofd; Cephalaria gigantea. Hans Kramer vermoedt dat dit eigenlijk Scabiosa ochroleuca var. webbiana moet heten. In het extreem natte jaar 2024 zagen we haar ook wel de 80 cm aantippen.
Het is een eindeloos bloeiend heerlijk, zelf uitzaaiend schatje voor je tuin waar vlinders, bijen en andere nuttige beestjes samen met jou enorm blij van worden.
Zo leuk die naam, alleen daarom al moest ik deze hebben.
Maar bovendien zeer geschikt in een droge border met een wat mediterrane uitstraling uit Siberië.
Donker olijfgroen blad en citroen- of kruisbes-, zo men wil, gele bloemen aan rode stelen.
Sterk en makkelijk.
Nooit gedacht dat we deze misschien wel allergewoonste plant ter wereld ooit nog zouden gaan vermeerderen.
Maar misschien is ze toch wat ondergewaardeerd. Rotsvast, zeer bijvriendelijk en vooral heel gemakkelijk
Mocht je daar aan denken, knip ze dan in mei nog een keer terug voor nog meer bloemen.
Nog steeds de donkerste.
We zijn er het eerste jaar dat we hem hadden ingevoerd uit Engeland om plat gevraagd. Voor wie hem nog niet zag; zelfs in de schaduw is 'Purple Emperor' bijna zwart. De donker rode schermen steken zelfs nog af tegen het vrij smalle blad.
Een vondst van Graham Gough die op de helaas opgeheven kwekerij Washfield werkte.
We kregen haar daar.
Een zeldzame inheemse plant die vooral voorkomt op droge zandgronden in combinatie met Thymus pulegioides. Ze is geliefd bij bijen en hommels en waardplant voor de apollovlinder (die alleen in de bergen voorkomt) en de in Nederland zeer zeldzame wolfsmelkuil.
De Nederlandse naam is afgeleid van het Franse 'triquemadame'.
Een oersterke, makkelijke plant die veel wordt gebruikt op groendaken. (ook op onze bijenstal) Eetbaar, bijvoorbeeld in salades.