Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Een nog onontdekte kleur voor deze voorjaarsbloeiende rotsplant.
Ze groeien hier niet ver vaandaan in Duitsland in het wild en daar kom je vast ook deze heerlijke kleur tegen. Van nature zijn ze diep paars-blauw.
Echt een bloemetjes plant.
Paasklokjes zou je ze kunnen noemen deze fijne vroege en best grote bloemen voor zo'n kleine plant.
Als ze het naar hun zin hebben, op een best warm plekje in doorlatende grond kunnen ze hele plakken vormen.
De zaaddozen zijn lollige pluizebollen.
Dit zou de meest winterharde cultivar van granaatappel zijn. Schattingen over de winterhardheid lopen uiteen tussen -13 en -20. Op een iets beschutte plek zou ze buiten moeten kunnen overwinteren.
Ze komt oorspronkelijk uit Iran, maar wordt al duizenden jaren in Italië gekweekt, voornamelijk voor het diep rode sap. De vruchten die in augustus-september rijpen hebben vrij weinig pitten en veel sap.
De naam is afgeleid van Grenada waar de Moren ze introduceerden.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
De zoet sappige vruchten rijpen eind september en smelten quasi in je hand.
In 1820 gevonden door Bonnet uit Boulogne sur Mer en vernoemd naar
monsieur Hardy, directeur van de 'Jardin de Luxembourg' in Parijs.
Ze kan zich zelf bestuiven maar de opbrengst wordt aanzienlijk verhoogd wanneer een van de volgende rassen in de buurt staan: 'Bonne Louise d'Avranches', 'Charneux' 'Clapp's Favorite', 'Conference', 'Doyenné du Comice', 'Gieser Wildeman', 'Supertrevoux' of 'Triomph de Vienne'.
Als ik twee peren moest kiezen, dan deze en 'Doyenne du Comice'. En gelukkig zijn die twee ook nog goede bestuivers voor elkaar. Lang gelden hadden we een boomgaardje in beheer met vooral 'Conference', de 'Doyenne du Comice' stonden er tussen als bestuivers.
Goed bewaarbaar en lang lekker.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
Dit zusje van Pyrus salicifolia var. pendula bloeit wat rijker en heeft net zulke leuke kleine peertjes.
Een heerlijk gedrongen, handzaam zilver boompje. Iedereen denkt dat het een olijf is maar deze schoonheid komt tot 1700 m hoog voor in Albanië, Turkije, Roemenië, Griekenland en de Krim. Ze heeft dus geen enkel probleem met zelfs onze strengste winters.
Het zacht zilveren blad heeft de vorm van een bootzeil, vandaar de naam.
'Fulton's Strawberry Surprise' is jaren geleden door de RHS verkozen tot best smakende rabarber. Ze kan nog steeeds redelijk meekomen met de nieuwste selecties. Bovendien werd ze onderscheiden met een AGM. De stengels zijn groen van binnen ze koken dus wat minder rood.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
'Canada Red' is mild van smaak mooi rood van binnen. De rode kleur blijft ook bij koken behouden.
Ze geeft van april tot juni een grote opbrengst.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
'Poncho' is een relatief nieuw ras met een goede smaak.
De groenvlezige stengels zijn aangenaam mild, fris zuur van smaak.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
Wat mij betreft de ideale combinatie van het beste van zwarte bes en kruisbes. De vruchtgrootte houdt precies het midden. Ze rijpen in juni / juli.
Snelgroeiende struiken zonder doorns die makkelijk tot een leuk mini-boompje te snoeien zijn. Vrijwel onvatbaar voor ziekten.
Commercieel worden ze niet geteeld omdat de bessen te verspreid hangen. Thuis is dat geen probleem.
Goed gesnoeid zien ze er al snel uit als stokoude druivenstokken.
Deze recente introductie blijt laag en compact. Bovendien is ze mild van smaak waardoor ze ook vers aangenaam van smaak is.
Ze is volledig zelfbestuivend, er hoeft dus geen ander ras in de buurt te staan.
De besssen rijpen vanaf juni.
Snoepjes op peuterogenhoogte.
Grote trossen met dikke bessen.
De bessen hebben een zachte cassis smaak en vallen niet van de steel.
Handelbaar dus en zachtaardig van smaak.
Een heel goede zwarte, zo simpel is het.
Dit is geen zinkend schip maar een beste bes.
'Gloire des Sablons' is een oud (1854), maar vergeten ras met een heerlijke zachte zoete smaak. De bessen zijn zachtroze en halfdoorschijnend
We hebben grote volwassen struiken die soms dit jaar, maar zeker volgend jaar al bessen dragen. Ze rijpen vanaf eind juni.
Aalbessen zijn altijd zelfbestuivend.
Pink glory. Voor bij je champagne.
Sappige geel witte bessen in gevulde trossen. Zoeter dan rode aalbes.
Begin juli rijpen ze.
Aan de tros zijn aalbessen wekenlang bewaarbaar.
Ze kan prima als losse struik geteeld maar produceert nog beter in rijen aan draad, plant afstand is dan: 50 tot 100 cm.
Voor de gouden eeuw van de eetbare tuin.
Deze doorbloeiende bodembedekkende roos uit 2017 heeft gezond blad.
Ze heeft weinig geur, maar compenseert dat ruimschoots met haar kleur.
Deze bodembedekkende roos bloeit van juni tot oktober met bloemen van 5 tot 8 cm. Die helaas maar lichtjes geuren.
Het blad is glanzend, donker groen en gezond.
Het kasteel in de buurt van Madrid waar ze naar is vernoemd is overigens ook een bezoekje waard.
De 10 tot 15 cm grote bloemen geuren aangenaam. Ze kunnen het in de vaas tot 10 dagen volhouden. In je tuin bloeit ze door tot oktober.
Het blad is donkergroen en goed ziekteresistent.
Steek je neus eens in een kasteeltje.
De goud-gele bloemen van deze doorbloeiende roos zijn 8 tot 10 cm groot.
Ze heeft stevig, gezond blad.
Weinig geur helaas.
Deze rozendwerg uit 2014 heeft 8 tot 10 cm grote semi dubbele bloemen, relatief groot dus voor zo'n mini-roos.
Ze is ziekte resistent en bloeit door tot oktober.
Weinig geur, veel kleur.
Ook zeer prima in pot voor op het terras of balkon.
Deze bodembedekkende roos heeft een aangename kleur en een zoete geur.
Het is een van de best doorbloeiende bodembedekkende rozen.
Ze is ziekteresisten en heeft glanzend donker groen, gezond blad.
Een vakkenvuller voor je voortuin.
Of voor je vaste planten border in combinatie met Nepeta.