Hoewel deze tropische verwant van de heggerank gezonde eetbare knollen produceert koesteren we deze toch vooral om haar sierlijke blad.
Je moet ze vorstvrij overwinteren.
Groente voor potten dus.
Zoete aardappel is een tropisch gewas, de knollen moeten binnen worden overwinterd.
In bloei komen ze bij ons niet. We vinden ze vooral leuk in pot vanwege hun blad samen met andere bladplanten zoals Pennisetum x advena 'Rubrum'.
Ze gaan heerlijk overhangen en produceren een bladwaterval en als het meezit ook nog een eetbare knol.
De knol van deze amusant sierlijke potwoekeraar ontleend haar zoetheid aan inuline. De zelfde suiker al we in aardpeer aantreffen. Inuline wordt snel afgebroken, is niet dik makend en verdraaglijk voor suikerpatiënten.
En dat bronzen blad? Heel aardig toch in pot.
De zoveelste zwarte lis die paars blijkt. Maar wat een fantastisch diepe kleur.
Germanica irissen houden ervan met hun wortelstokken te bakken in de zon liefst in stenige grond die goed opwarmt. Plant ze dus zo dat de dikke wortels aan de oppervlakte blijven.
Gevonden door Schreiner in 1982.
Dwerglissen bloeien vroeg en staan graag aan een warm randje in de zon.
Tot nu toe was ik van de stoere forse planten, maar je houdt altijd van de randjes over waar nog iets zou mogen staan.
Langs de lavendels bijvoorbeeld.
Een van de eerste dwergirissen, gevonden in 1958.
Al wat vaker gewassen deze hotpants.
Deze grote baardiris is in 1964 door Iris specialist Schreiners geïntroduceerd.
Ik heb even getwijfeld over de kleuromschrijving: Chocolade-rood of kastanjebruin. Baardirisen hebben wel vaker een lastig te omschrijven kleur. Ik heb ze het liefst eenkleurig en deze vind ik heerlijk.
Ze staan graag warm en droog met het zonnetje op hun blote wortel.
Ze heet onsterfelijk omdat ze nog een paar extra bloemen kan maken na de eerste vlucht. Daar is ze best heel goed in en dat is ook opmerkelijk. Maar de ervaring van Iris is altijd zeer groots en eindig en daarom extra indrukwekkend.
De bloemen geuren bovendien.
Onsterfelijk schoon wit.
In Zuid Franse boerderijtuinen is Iris de meest toegepaste, vaak ook de enige soort. In de zomer zie je ze nauwelijks nog staan maar in het voorjaar is het een sprookje. Ze combineren goed met mediterrane planten ook omdat ze graag met hun wortel bakken in de zon. Bruine bladpunten mag je gerust afknippen.
Deze rijk bloeiende middelandsezeekleurige culltivar zou zelfs kunnen herbloeien in de nazomer. Ze heeft tot wel 10 zeer grote bloemen per stengel.
In 1964 geïntroduceerd door Wills en genoemd naar een park in Tenessee.
Een midden tot late bloeier in een hartverwarmende kleur en bovendien geurend.
Diezelfde warmte mag je de vlezige wortel geven.
Duitse lis hoort zo te worden geplant dat de wortel opwarmt in de zon.
Zo'n bezwangerde machtige onweerswolk in de avond waarvan je eigenlijk wel weet dat ze geweldig is. Zo'n soort 'guilty pleasure' is dit.
Overdag in de juiste combinatie is het weer een heel ander feestje.
Duitse lis plant je met de wortel boven de grond zodat de zon haar kan opwarmen.
Voor wie zonder geelvrees tuiniert, deze intensief eidooier gele. Groot, lang en rijk bloeiend en geweldig. Indrukwekkend als het geel van Ferula of Phlomis, een kleur die je bijblijft.
De dikke hoofdwortel van Duitse lis, ofwel Iris Germanica, moet bakken in de zon.
Een ouwe trouwe prijswinnaar. (1943)
Overigens:
Ola Kalá is Grieks voor helemaal prima en daar is het veel gebruikte 'OK' van afgeleid.
Baardiris houdt van warme niet te zware grond. Plant ze met de wortelstok net boven de grond zodat deze opwarmt in de zon.
Ik stel ze me graag bloeiend voor in zo'n zuid-Franse verwaarloosde tuin langs de straatkant. Als wij in zuid-Frankrijk zijn zijn ze meestal uitgebloeid maar dat hindert niet.
In onze tuin planten we ze langs de paden in de heetste hoekjes.
Ook hier wordt warmte met warmte beantwoord en een vleugje parfum.
Je mag ze snijden voor de vaas maar nog leuker lijkt het me hier spannende combinaties mee te bedenken.
Let daarbij op de bloeitijd.
Voor je harem van tuinschoonheden.
In 1998 vond Bob Hollingworth deze zaailing. Omdat hij al te veel witte had wilde hij deze weggooien. De blauwe ernaast werd naar het proefveld verplaatst, daarbij kwam per ongeluk een stukje van de witte mee. De blauwe werd afgekeurd maar de witte bleek rijk te bloeien met gigantische bloemen op stevige stengels. Sindsdien won ze alle prijzen inclusief De RHS Award of Garden Merrit.
Perongelukke pracht.
In de 19e eeuw afgescheiden van het geslacht Iris en inmiddels door de draaikonten van Kew weer terug geplaatst is deze bijzondere wilde Iris uit het middellandse zeegebied nu ook eindelijk bij ons gearriveerd.
Ze heeft smal grasachtig blad en bloeit zeer vroeg en heel subtiel met kleine niet erg opvallende geurende bloemen.
Een zeer elegante hoge witte Iris uit 1952.
Net als de Germanica's plant je deze ook met hun rhizoom aan de oppervlakte op een droge zonnige plek.
Een puntje van kritiek voor alle lissen: De irisboorrups kan het blad in het voorjaar wat rafelig maken. De plant heeft daar verder geen last van en zonder rupsen zijn er ook geen vlinders.
Deze relatief lage baardiris is in 1968 gevonden door Schreiners.
Wij vinden de kleur heel aangenaam.
Ze staat graag droog en in de volle zon op elke grond.
Na de bloei mag het blad wat worden teruggeknipt, mocht dat ook bruine punten hebben gekregen.
'Broadview' is al op jonge leeftijd vruchtbaar en maakt veel kort vruchtlot waardoor de boom een volle bolle kroon vormt en ook compacter blijft. Ze is zelfbestuivend (apomictisch) en geeft veel, goed smakende, langwerpige, vrij grote noten. ' Een ander ras in de buurt kan zorgen voor nog betere opbrengst. 'Broadview' is ziekte resistent en een van de beste rassen.
Gezaaid omstreeks 1919 in Canada uit een partij noten uit Odessa.
'Buccaneer' is een sterke groeier met lange opgaande takken en daardoor wat later vruchtbaar. De kenmerkende tot 6 cm grote ronde vruchten zijn zeer aromatisch, ze rijpen vanaf eind september.
'Buccaneer' is zelfbestuivend en een goede bron van stuifmeel voor andere rassen. Een ander ras, zoals 'Broadview' binnen 100 meter zorgt voor een nog grotere opbrengst.
Walnoten bevatten veel gezonde omega-3 vetten.
Laatbloeier, uit de familie van de Hortensia met grote bellen als bloemen en blad dat lijkt op dat van Plataan. De bloemen zijn donkergeel en dik vlezig.
Moet absoluut in de schaduw staan op rijke grond. Verder is het een makkelijke plant. Soms maken ze een valse start wanneer een late nachtvorst het jonge blad aantast. Dat is geen probleem, ze komen altijd terug.
Een echte Slavische plant, wild voorkomend in Joegoslavië, Albanië, Bulgarije en Roemenië waar ze in struikgewas en open bossen te vinden zijn. De kleur is zeer bruikbaar en de textuur mag er, hoewel een tikkeltje wild, ook best zijn. De kleine platte bloemhoofdjes staan op lange elegante 08-04-2019stelen. Aan de basis vormen ze een scabiosa-achtig bladrozet. De totaal indruk is natuurlijk maar ook opvallend.
Zaait zich ook lekker zelf verder.
Uit een soort graspol van breed puntig blad worden deze pijlen afgeschoten.
Het verloop van groen naar geel is heel aangenaam bij deze cultivar uit 1940. De stelen zijn stevig.
Vuurpijlen kunnen wat onregelmatig bloeien. Ze hebben vooral warmte nodig. Maar als ze eenmaal gaan, dan gaan ze goed.
Heerlijk exotisch.
Verkleurend van zacht groen naar bijna wit.
Het blad in de winter graag er aan laten als dekentje. In het voorjaar mag er zo nodig wat aan geknipt worden.
Nice Queen.
Een lage zeer rijk bloeiende vorm.
Bloemen aan bronsgroene stengels die verkleuren van warm oranje-geel naar room-wit.
Het doorbuigende blad blijft relatief laag.
Gemakkelijk bloeiend en voor een vuurpijl zeer vorstbestendig.
Aanvankelijk waren we wat terughouden met deze feestplanten omdat ze niet altijd goed bloeiden en beschadigd uit de winter kwamen. Tegenwoordig is alles beter. TerraNova Nurseries is een Salvia specialist uit Oregon. Bij wijze van uitzondering hebben ze een serie fantastische vuurpijlen geselecteerd. Ze zijn goed winterhard en betrouwbaar bloeiend. Deze zou in Oregon zelfs tot januari hebben gebloeid terwijl het rozet onder een pak sneeuw zat.