Pluot is de samentrekking van plum en apricot een kruising dus van een abricoos met een Japanse pruim.
Pluot is niet zelf bestuivend. Bestuiving is mogelijk met abrikoos, pruim, sierpruim of een ander ras pluot.
De smaak van de gladde vruchten is bijzonder goed, zeer zoet en complex.
Abrikoos-pruim is in Californië ontwikkeld door Zaiger's Genetics.
Niet iedereen heeft, zoals wij, in zijn tuin plaats voor gigantische hoogstam kersenbomen. Voor mannen met hoogtevrees, kleine tuinen of zelfs een balkon komt deze traag groeiende minikers wellicht van pas. Dit bij de grond vertakkend kersenstruikje wordt niet hoger dan 1,5 meter, of korter als je haar topt, maar kan na een paar jaar wel kilo's kersen dragen. Snoeien is niet nodig en ze bestuift zichzelf. Andere rassen in de buurt bevorderen zoals altijd de vruchtzetting.
Oorbellen, zus van Betty?pani shenan
Alleen al vanwege de naam maar ook vanwege de fabuleuse smaak zijn we dol op de reausachtige, stokoude 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' in onze schapenweide. 'Dönissens', omstreeks 1824 in Duitsland gevonden, is net zo lekker en ook goed productief. De oogst is relatief laat; vanaf eind juli. Bestuiving kan met de meeste andere rassen uitgezonderd 'Kordia' en 'Techlovan'.
De beste gele.
'Regina' is een kruising uit 1981 van 'Schneiders Späte Knorpelkirsche' (dat zijn de grote kersenbomen op onze kwekerij) met 'Rube'. De kersen hebben een bijzonder goede smaak en aroma en weinig last van barsten, ze rijpen relatief laat, eind juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt geven meestal een wat hogere opbrengst.
Dit zijn kleine boompjes, dus goed te verzenden. Omdat ze laag veredeld en als zuilvorm gekweekt zijn blijven ze klein.
'Stella' is een vruchtbare, donkerrode, vrij zoete kers met een goede smaak, weinig gevoelig voor barsten.
De kersen rijpen omstreeks half juli.
Ze is zelfbestuivend, maar andere kersenrassen in de buurt kunnen de vruchtzetting bevorderen.
'Stella' is een Canadees ras (1970), van nature vrij compact.
Deze planten zijn bovendien laag geënt, het blijft dus een klein boompje.
De 'Hauszwetsche' is een ziektevrije zelfbestuivende zoete pruim met grote langwerpige vruchten. Het groen-gele vruchtvlees laat goed los van de pit. Ze geeft een goed regelmatige opbrengst.
Ook hier geldt; zelf bestuivend maar geeft nog meer opbrengst met andere rassen in de buurt.
Matig snoeien in het voorjaar of meteen na de oogst.
Voor je Proermevlaai.
'Opal' is een van onze favoriete pruimen. Ze is gezond, makkelijk en redelijk zelfbestuivend. Ook kan ze als bestuiver een rol spelen voor andere rassen zoals 'Victoria'.
Het vruchtvlees is geel en het velletje heet blauw te zijn, maar dan wel pruimenblauw.
Deze zelffertiele pruim, in 1860 gevonden in Frankrijk, is tamelijk groeikrachtig. Als laagstam blijft ze relatief klein. De grote vruchten rijpen in augustus. Ze zijn zeer zoet, aromatisch en sappig.
Hoewel ze prima zelfbestuivend is kan bestuiving door bijvoorbeeld 'Bleue de Belgique', 'Reine Claude d'Althan' of 'Victoria' de opbrengst nog vergroten.
Ook 'Stanley' is zelf bestuivend. Maar als je er plaats voor hebt plant dan een aantal verschillende rassen, zowel om de oogst te spreiden, de opbrengst te verhogen als omwille van de subtiele smaakverschillen.
De grote ovale, sterk berijpte vruchten rijpen omstreeks eind augustus tot half september.
Na de oogst of in het voorjaar licht snoeien in vaasvorm zodat de zon diep in de kroon kan doordringen.
Nog zo'n lekkere pruim, het ljkt wel of we ze `zelf hebben uitgezocht.
Ook deze is redelijk zelfbestuivend hoewel de vruchtzetting altijd beter is als er een ander ras in de buurt staat. In dit geval bijvoorbeeld 'Opal'.
'Victoria' is zoet- aromatisch. Pruimentijd is het eind augustus.
In onze tuin staat een inmiddels redelijk grote, wat rommelige zaailing waar we elke winter de noten van genieten. Ze hebben een wat dikke schil maar smaken prima.
'Robijn' is geselecteerd op resistentie tegen late nachtvorsten.
Dit is een netjes opgekweekt boompje met een mooi rechte stam en een bolrond pruikje.
Het is de eerste fruitsoort die bloeit en dus waardevol voor hommels,bijen en andere insecten.
Dit is mogelijk een kruising met een kersen soort en groeit dan daardoor graag op een stam en niet struikvormig zoals de meeste sleedoorn. De vruchten zijn na verwerking goed eetbaar, maar ook leuk voor de vogels.
Sleedoorn is een typisch Limburgse struik, dit is de prachtige roze variant.
Het rozige zusje van de roos.
Als het om de bloemen gaat is dit de topper. Ze zijn groot en sprekend kobaltblauw, werkelijk betoverend. Het blad is ook heel mooi egaal donker groen, bij het uitlopen extra donker, maar dus zonder vlekken. Het blad sterft tegen de winter iets eerder af dan dat van andere soorten.
Beste blauwe bloemen.
Een van de allerbeste zilverbladige longkruiden.
Diep blauwe bloemen aan korte stelen en fijn smal volledig zilver glanzend blad.
Een opvallend volle bossige plant die liever niet te diep wordt terug gesneden.
Meeldauw zagen we hier nog nooit in.
Een goede gezonde bodembedekker.
Lekker vol glimmend, super zilver.
Deze kreeg in 1999 op het Plantarium in Boskoop heel toepasselijk de zilveren medaille.
Een van de beste volledig zilverbladige vormen. Het glanst warempel in de zon.
De bloemen verkleuren van roze vrij snel naar blauw.
Glimmend van trots nog steeds.
Een zeer rijke bloeier in een aangenaam koraal rood met lang smal spits, rijk gevlekt, rechtopstaand blad.
Een vrij recente kruising met genen van Pulmonaria longifolia, de lang blad kampioen.
Geef ze een rijk plekje in de vochtige schaduw en je hebt er geen omkijken naar.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Lang smal spits en duidelijk gevlekt blad, rijk bloeiend met kobalt blauwe bloemen. Een zeer goede aanvulling op ons Pulmonaria sortiment.
Longkruid is een van de beste bodembedekkers die ik ken. Het blad blijft tot december mooi gezond.
Na de bloei kan er als ze te droog staan een beetje meeldauw in komen. Snijd ze dan tot de grond terug. Ze maken heel snel weer gezond nieuw blad.
Zeer rijk bloeiend in het vroege voorjaar. Na de bloei groeit het gevlekt blad uit voor de rest van het seizoen.
Wat zwakker in de diepe schaduw. Geef ze dus eventueel wat meer zon als ze niet gezond blijven.
Onze meest geliefde witte.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Een Duitse cultivar met dun gevlekt zachtgroen blad en dromerige zachtroze bloemen.
Lang de beste roze naar wij dachten maar inmiddels zwaar beconcurreerd door 'Pink Haze' en 'Pierre's Pure Pink'.
Kies zelf maar.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zuiver witte bloemen in het vroege voorjaar, zo rond Pasen een soort mijlpaal.
De zaden ontstaan in heerlijk warrige pluizen waar de plant nog lang sierwaarde aan ontleent.
Ze mogen graag in een soort rotsplant omgeving groeien.
Wit wildemanskruid is helemaal pluis.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Een nog onontdekte kleur voor deze voorjaarsbloeiende rotsplant.
Ze groeien hier niet ver vaandaan in Duitsland in het wild en daar kom je vast ook deze heerlijke kleur tegen. Van nature zijn ze diep paars-blauw.
Echt een bloemetjes plant.