Onze eigen introductie uit 1999.
In het voorjaar is het smalle, klein en fijne blad diep donkerbruin.
Door het violet van de bloemetjes is wat oranje zichtbaar van een van de ouders: Agastache rupestris, Agastache rugosa de andere ouder bracht het donkere blad. De knoppen zijn purper.
Zeer standvastig en winterhard. Subtiel, fijnzinnig en aromatisch.
Een schatje.
Dit is een doorbraak, eindelijk een bloembol die de overstap maakt naar de vaste planten. Een reuzenbieslook, maar dan rijk en lekker laat bloeiend op stevige gezonde stengels.
Het blad sterft bij deze niet af tegen de bloeitijd en daarom bloeit ze ook zo rijk.
Heel fijn ook voor vlinders en andere lieve beestjes.
'Serendipity' is een mutant van de spectaculaire 'Millenium' met iets blauw blad en dezelfde bloemen.
Wij zijn dol op deze reuzen biesloken en testen ze allemaal. Het fijne is dat ze wat later bloeien dan de reuzen trommelstokken en dat het blad gezond blijft. De bloemen zijn kleiner maar daarvoor aanzienlijk talrijker.
Serendipiteit is volgens J. Comroe
"Het zoeken naar een speld in een hooiberg, en eruit rollen met een boerenmeid."
Deze sierui uit de categorie reuzenbiesloken is vermoedelijk een kruising die soms wordt toegeschreven aan Allium angulosum, A. senescens of A. lusitanica. Duidelijk een geval van verloren label dus, want een Amerikaanse kweker trof haar aan in de tuin van een klant.
Ze loopt vroeg uit en bloeit de hele zomer met 5,5 cm grote schermpjes en houdt daarbij fris groen blad.
Het is een zeer goede bron van nectar voor bijen.
De bloemen doen een beetje aan een minaret denken. De puntige knop barst open en dan gaan de gele belletjes daar heel elegant uit hangen.
Uit zuid en centraal Europa tot en met de Kaukasus.
Ik zag ze samen met Santolina, Satureja, tijm en wilde lavendel in de bergen bij het zuid-Franse Forcalquer en oostwaards. Ze zaait zich hier ook lekker uit. Leuk dus voor je mediterrane kruidenborder.
Geelvrees? Ik kom er nog op terug, dat is uit de tijd. Dit is gewoon een lekker warme kleur die we nodig hebben in ons klimaat. Het is 'just what the doctor orders'.
Deze en Tanacetum worden in de zomer winterklaar gemaakt. Je knipt ze in juli flink terug terwijl ze nog bloeien. Want het zijn zulke enthousiaste bloeiers dat zich soms kapot bloeien. Na de knip gaan ze lekker uitstoelen en opnieuw bloemen maken.
Verder een makkelijke plant met veel impact.
Eenvoudige bloemen veroveren makkelijk harten.
Het crème is een nieuw kleurtje voor een oude bekende.
Met de wilde vorm, zeldzaam in Limburg, werd traditioneel wol geverfd. Het aftreksel beschermt ook langdurig tegen houtworm.
De bloemen zijn een zomers genot.
Uit Nederland bij Monksilver Nursery aangekomen onder de naam 'E.C. Buxton' en omgedoopt vanwege haar afwijkende mayonaise kleur omdat de bloemen bleker crème-wit verkleuren van zachtgeel.
Donkergroen filigrein blad. Een lang bloeiende plant voor een niet te natte plaats. In de loop van de zomer kan de plant het beste wat worden terug geknipt anders bloeit ze zich soms dood.
Je kunt ze ook voor de vaas knippen.
Deze Amerikaanse plant is een van de beste vlinderplanten voor onder andere de monarchvlinder. Bij ons wordt ze, net als de vlinderstruik, alleen bevlogen door allesetende en dus minder bedreigde bijen- en vlindersoorten. Nog s teeds goed voor veel gefladder.
Het sap is giftig, dus vermijd contact tijdens het snoeien.
De bloemen geuren licht naar vanille en ze staat graag zonnig.
In het wild is deze plant te vinden in vrijwel de hele VS en een deel van Canada. Ze staat daar bekend als 'Butterfly Weed', de ultieme vlinderplant dus, maar helaas niet voor onze meest kieskeurige oligolectische vlindersoorten.
Voor de polylectische bijen en vlinders die wat minder kieskeurig zijn is ze met haar overmaat aan nectar een toprestaurant.
Ze is volledig winterhard, maar staat in de winter niet graag nat.