Deze wordt veel geteeld als snijbloem, mede vanwege de stevige stelen. Voor de zekerheid liefst wel wat steun geven.
Zoet van geur.
Het is een in Nederland gevonden kruising van 'Bunker Hill' met 'Sarah Bernhardt' van voor 1950.
Een lekker rijk bloeiende en sterk geurende gevulde cultivar.
'Duchesse de Nemours' werd in 1854 geïntroduceerd en is dus met recht een klassieker te noemen. De bloemblaadjes zijn leuk gefranst.
Het is bovendien een uitstekende snijbloem.
Dubbel champagne wit (iets roze), midden vroeg en zacht en zoet geurend.
De bloemvorm is afgeplat zoals bij de gelijknamige Kaapse jasmijn, ze maakt veel zijknoppen waardoor ze lang bloeit.
Ze heeft wel wat wat steun nodig. Dat komt wel meer voor bij sterk geurende soorten.
Zeer pompeus prachtig en stevig op eigen benen.
Ook heel geschikt voor de vaas. Geur is helaas maar zwak aanwezig.
De meest geteelde rode voor de snij. Verbloeiend van rood naar roze violet, bij pioen wordt dat al paars genoemd.
Uit 1908 maar nog steeds de meest geteelde rode snijpioen.
Compact, maar toch graag een beetje steun.
Licht geurend.
Halfgevulde rozerode, afkomstig van Orville, de Amerikaanse veredelaar uit Illinois die ook veel Hemerocallis cultivars heeft geïntroduceerd.
Zeer geliefd voor de tuin en als snijbloem vanwege de diep donkere kleur.
Glanzend groen blad dat in de herfst verkleurt.
Deze vreselijke combinatie van geel met wit en roze roept in mij onmiddellijk het verlangen op om er aan te ruiken.
Mijn intuïtie klopt; ze geurt zoet.
Ze bloeit zeer rijk.
Een zondags toetje.
Sarah is een laatbloeier en een echte klassieker van Lemoine (1906).
Ze bloeit dubbel roze. Het roze is hier en daar geaccentueerd met rode vlekken en lichtere randen aan de bloem blaadjes. Ze hebben een golvende rand.
Sterke snijbloem.
Excellent geurend.
Vroeg, dubbel wit met een vleugje roze als de knoppen net open zijn. Oudere bloemen zijn volledig wit.
Relatief hoog (100 cm), goed geurend.
Stevige lange stelen, ideaal als snijbloem.
Een vrij laat bloeiende klassieker (Lemoine 1907) met sterke donkere stelen en goed geurende bloemen.
Zeer geschikt ook als snijbloem.
Pioenrozen houden net als rozen van wat extra mest in voor- en najaar.
Wij hebben emmertjes met geurloze plantaardige mest die daar heel geschikt voor is.
Het meest bijzonder blad dat we kennen bij pioenen.
Subtiel, zacht varenachtig en ontwapenend vurig rode of roze open bloemen.
Ze is, in tegenstelling tot de rest, een liefhebber van eerder humeuze, licht zure grond.
Dit zijn zaailingen dus de kleur van variëren.
De laatste om boven de grond te komen maar meestal ook bijna de eerste die bloeit.
In het voorjaar maken pioenen je tuin heel spannend met hun dikke knoppen en het roestbruine eerste blad. P. veitchii heeft bovendien een prima oranjebruine herfstkleur en rode zaddozen. Ze is genoemd naar de Engelse kwekerij Veitch die ze na introductie door E.H. Wilson in 1907 voor het eerst kweekte. De herkomst is Gansu, Shensi en Sichuan waar ze in bergweides te vinden zijn tot 3000 m hoog in de bergen.
Uitstekend winterhard voor een Penstemon, net als 'Huskers Red' maar dan nog veel intensiever van kleur.
Donkerder blad en meer sprekende bloemen. Duidelijk een verbetering denken we.
Met dank aan Dale Lindgren van Nebraska University die er serieus werk van heeft gemaakt.
De witte bloemen met een crèmekleurige waas en een snufje roze steken duidelijk en nogal verrassend af tegen het prachtig diep rode blad.
Ze is polvormend met grondstandige rozetten, een probleemloze plant voor elke standplaats in zon of halfschaduw.
Prima winterhard.
Penstemon digitalis is in ons klimaat volledig winterhard. (Veel Penstemon soorten zijn op het randje, of net niet winterhard.)
Deze introductie van Skagit Gardens heeft datzelfde bronsgroene blad als zusje 'Husker Red' maar dan misschien een nog beter daarbij passende kleur bloemen.
Wollige bloemkelken aan lange aren, heerlijk zilver grijze stengels en blad.
In het voorjaar knip je ze diep terug; verder geen omkijken naar en gegarandeerd een eindeloos lang bloemenfeest in het najaar.
Ze komen van de ijskoude steppes in de Kaukasus, maar doen het ook voortreffelijk in heet zuid Frankrijk.
Maak je dus geen zorgen als iemand beweert dat deze een beetje bang wordt van vorst.
Onzin: Dit is Genghis Khan lavendel.
De dwergvorm van 'Blue Spire'. Deze dingen komen uit de Mongoolse stenige steppe waar ze samen met Eremurus staan. Ze hebben dus niets nodig behalve zon. Kou deert ze ook niet.
Diep snoeien in het voorjaar.
Deze zilveren droom, samen met Echinacea en Verbena, vormt sinds 2010 de ruggengraat van onze prairie border.
Peter Catt van Liss Forest Nursery, Hampshire, Groot-Brittannië is de uitvinder van de beste Russische salie tot nu toe: 'Lacey Blue' en in 2012 introduceerde hij 'Silvery Blue'.
Nog ietsje lager en dus steviger maar vooral vanwege het zeer zilveren blad een opwindende introductie.
Ze zijn allemaal prima winterhard en geurig.
Zilveren Djengis Khan lavendel.
Extra zilver blad en zeer rijke volle bloei kenmerken deze recente dwergvorm gevonden tussen zaailingen van 'Blue Spire'.
Knippen zorgt voor herbloei. Maar doe dat in ieder geval elk voorjaar.
Goed voor een zilveren medaille op Plantarium 2009.
Deze heeft de fijnste wollige bloemen.
Deze majestueuze schermbloemige kan een beetje tippen aan Ferula. Dus ze is geweldig.
Het blad komt niet hoger dan 70 cm, de rest vormt het bloemstengel festijn. Die stengels zijn bovendien donker purper.
Een zeer bruikbaar verticaal element voor je border dus. Ik denk daarbij aan prairie hoewel ze oorspronkelijk uit zuid-oost Europa komt.
Ze is monocarp, dus sterft na de bloei, maar houdt zich uitstekend in stand via zaailingen. Bijen zijn er dol op.
Heerlijk mediterrane uitdijende heester met dof groen-grijs- viltig blad en donkergele bloemen in etages voor een warme zonnige plek.
De knoppen van Phlomis worden voor de winter aangelegd. Ze kunnen bij strenge vorst wat invriezen. Phlomis fruticosa vriest wel in maar is ook erg goed in snel weer nieuwe knoppen aanleggen nadat ze zijn teruggesnoeid.
Uit Kreta, voor je tuin.
Phlomis russeliana mag in geen enkele tuin met mediterrane aspiraties ontbreken. De crème gele bloemen in etages maken veel indruk. Het is een warmte uitstralende plant met groot olijfgroen wollig blad. Dat blad heeft bovendien een sterk onkruid werende werking.
Kruidachtig en half-bladhoudend. Best in de zon. Prima winterhard.
Deze vlambloem uit de Oostelijke VS staat van nature in de halfschaduw, tussen struiken of in bosranden.
De bloemen geuren lichtjes. De plant verspreid zich heel geleidelijk, dus niet overrompelend, met worteluitlopers.
'Blue Moon' wijkt af van de wildvorm door brede petalen die volle maan-ronde bloemen vormen.
Makkelijke, lieflijke maanwolkjes.
Geurende witte wolkjes die het voorjaarsgevoel aanjagen.
Heerlijk helder, lichtgevend bijna.
Ze verdraagt schaduw wonderwel.