De bordeauxrode schutbladeren van deze lang bloeiende cultivar kleuren stevig mee met de bloemen.
De grap bij deze is en van daar de naam; ze bloeit in etages; een tweede en soms derde bloeiwijze op de eerste doet een beetje aan een kardinaalsmuts denken.
Goedgemutste heerlijk geurende eetbare bloemen.
De donkere steel en schutblad met lichte bloemen gaan goed samen. De naam wordt regelmatig afgekort tot 'Ou Charm', vooral in Engeland.
'Oudolf's Charm' lijkt op 'Beauty of Cobham' maar dan met iets kleinere bloemen en een nog groter contrast tussen de lichte bloemen en de donkere schutbladen. Bovendien is ze iets resistenter tegen meeldauw.
Heerlijk van geur natuurlijk ook.
Net als 'Blue Moon' een dwergvorm uit de Sugar Buzz serie van Walters Gardens en dus geselecteerd op meeldauw resistentie.
Lekker laag en roze, maar dus ook eetbare bloemen en heerlijk geurend.
De bloemen passen qua kleur beter bij dessert lijkt mij, maar ik weet natuurlijk niet precies hoe creatief je bent.
De meeste Monarda cultivars zijn kruisingen, vaak van M. didyma of M. fistulosa maar ook deze komt er wel aan te pas. Een originele Amerikaanse wildvorm dus. Vooralsnog volkomen vrij van meeldauw en goed bestand tegen droogte.
Stevig blad dat in de herfst rood verkleurt.
Zacht roze bloemen met purperen stippen.
Al sinds 1994 in onze database maar volgens sommigen pas in 2009 geïntroduceerd.
Aansprekende en goed combineerbare diep rode bloemen. Het bovenste blad aan de bloeistengel, kleurt mee naar rood. Soms wat gevoelig voor meeldauw.
De felste en sterkst geurende cultivar die wij kennen.
De klassieker; deze hebben we 'altijd al gehad'.
Squaw' is verbeterde 'Cambridge Scarlet' voor wat meeldauw gevoeligheid betreft. Ze hebben dezelfde bloemen en ook de geur komt overeen.
De bouw van de plant is er helaas iets minder op geworden.
Goed geurend rood.
Een van de beste onder de moderne cultivars. Hoog, donker paarsroze, en lang doorbloeiend.
Redelijk meeldauw resistent en standvastig.
Net als bij de andere Hanekammen pluk je de bloemen uit het bloemhoofd om ze over je salade te strooien.
Roomse kervel komt oorspronkelijk uit mediterrane berggebieden. Ze komt in Nederland verwilderd voor.
Toen we nog verse kruiden aan de groothandel leverden mochten we er grote bossen van snijden. Daar werd meestal kruidenboter mee gemaakt. Het blad maakt deel uit van het Gelderse'Kruutmoes'. Ook de zaden zijn eetbaar. Als vaste plant is ze veel makkelijker dan eenjarige echte kervel. Je kunt er ook stiekem kervelsoep mee maken. Zeer geliefd bij nuttige insecten.