Een Hollandse klassieker uit 1952. Veel in gebruik als snijbloem, maar ook zeer geschikt als tuinplant.
Zeer groeikrachtig en rijk bloeiend met veel zijknoppen. De zacht zalm kleurige bloemblaadjes verkleuren naar wit. Dat geeft een dynamisch beeld.
De geur is niet erg sterk. Best wel wat steun geven vanwege de rijke bloei.
Teer vuurwerk afkomstig van een van mijn favoriete botanische pioenrozen; Paeonia peregrina.
Deze cultivar staat daar dicht bij en bevat het beste van wat peregrina te bieden heeft.
Net als alle enkelbloemige valt ook deze nooit om tijdens de bloei.
Een van de makkelijkste boompioenen. De bloemen geuren heerlijk. De struik heeft een ruige vorm.
De enige Pioen die zich ook op zandgrond nog redt.
Omdat ze gezaaid worden kan de kleur van de bloemen variëren. Sommige exemplaren bloeien geel of warm oranje terra cotta.
Dit is een half verhoutende kruising tussen de gewone, kruidachtige pioen en een Chinese rockii boompioen.
Ze heeft semi dubbele bloemen aan steviige rechtopstaande stelen. Ze worden heel oud en elk jaar mooier met meer bloemen.
De zacht geurende bloemen hebben een doorsnede van zo'n 20 cm.
De jazz spat er van af.
In 1948 kwam Toichi Itoh uit Tokio op het lumineuze idee om stuifmeel van de kruidachtige Paeonia lactiflora 'Alice Harding' te gebruiken om er de Japanse boompioen 'Katoden' mee te bestuiven. Zo ontstond de fantastische intersectionele kruisingsreeks met boompioen blad en half-houtige stengels.
Ze blijven veel lager dan boompioenen en hebben vaak half gevulde bloemen in heerlijke kleuren.