Deze recente introductie, een vermoedelijke kruising tussen Aster novi-belgii en cordifolius werd door collega Christian Kress gevonden in de tuin van Ruth Treff in Darmstadt.
Ze bloeit lekker laat en rijk aan sterk vertakkende stelen met talrijke kleine bloemtjes, is vitaal en vooralsnog meeldauwvrij.
Waar spreken we af?
Tussen een stuk of tien nieuwe soorten werd deze er door iedereen uitgepikt. We kregen haar in 1999 van onze Franse collega Antoine Breuvart en hebben haar uitgedeeld aan onze Nederlandse collega's. Vasterival was toen kerngezond. Inmiddels zien we dat ze ook wel meeldauw kan krijgen.
Het blijft met haar donkere stelen en blad en haar aangename zachtroze kleur een van de beste onder de grote Asters.
Kleine bloemen in een perfect getroffen zachte kleurstelling. De bloemen en ook de bouw van de plant lijken op die van Aster lateriflorus waar 'Lovely' volgens sommigen toe behoort. Wij kregen de plant als Aster vimineus 'Lovely' wat weer mooier klinkt. The Gardeners Guide to Growing Asters van Paul Picton vermeldt summier het voorkomen van Aster vimineus 'Lovely' in Noord Amerika.
Zeer rijk bloeiend, fijn kort van steel.
Lieflijke wolkjes.
'Sarah Ballard' was, in 1972, de laatste introductie van Percy Picton uit een reeks. Ze is vernoemd naar de kleindochter van Ernest Ballard, zijn werkgever. In het wild komen ze voor in het noorden van de VS en in Canada.
Asters zijn uitstekende tuinplanten, geliefd bij tuinarchitecten met name om hun standvastigheid en textuur.
'Aster' is Grieks voor ster.
Deze kleinbloemige aster begint roze en verkleurt langzaam naar wit. Vandaar de leuke naam die we wel vaker tegenkomen bij soorten met verkleurende bloemen. De verkleuring geeft diepte en maakt de plant wat spannender dan haar puur roze soortgenoten.
Ze vormt een mooie volle ronde pol.
Makkelijk en goed vast.