Deze Amerikaanse plant is een van de beste vlinderplanten voor onder andere de monarchvlinder. Bij ons wordt ze, net als de vlinderstruik, alleen bevlogen door allesetende en dus minder bedreigde bijen- en vlindersoorten. Nog s teeds goed voor veel gefladder.
Het sap is giftig, dus vermijd contact tijdens het snoeien.
De bloemen geuren licht naar vanille en ze staat graag zonnig.
In het wild is deze plant te vinden in vrijwel de hele VS en een deel van Canada. Ze staat daar bekend als 'Butterfly Weed', de ultieme vlinderplant dus, maar helaas niet voor onze meest kieskeurige oligolectische vlindersoorten.
Voor de polylectische bijen en vlinders die wat minder kieskeurig zijn is ze met haar overmaat aan nectar een toprestaurant.
Ze is volledig winterhard, maar staat in de winter niet graag nat.
Deze bijzondere Aster lateriflorus kruising met subtiele licht-roze bloemetjes met een donker hart is 'gevonden' door onze vrienden van de Ferdinandushof in Zeeland.
Ze vormt in het najaar een grote berg bloemen.
'Pink Buttons' is ook onderscheiden: 2011 - Beste plant Beervelde, 2013 - Mérite de Courson.
Een Duitse klant bracht ons in 2019 een exemplaar. Waarom duurde dat zo lang?
Deze recente introductie, een vermoedelijke kruising tussen Aster novi-belgii en cordifolius werd door collega Christian Kress gevonden in de tuin van Ruth Treff in Darmstadt.
Ze bloeit lekker laat en rijk aan sterk vertakkende stelen met talrijke kleine bloemtjes, is vitaal en vooralsnog meeldauwvrij.
Waar spreken we af?
Tussen een stuk of tien nieuwe soorten werd deze er door iedereen uitgepikt. We kregen haar in 1999 van onze Franse collega Antoine Breuvart en hebben haar uitgedeeld aan onze Nederlandse collega's. Vasterival was toen kerngezond. Inmiddels zien we dat ze ook wel meeldauw kan krijgen.
Het blijft met haar donkere stelen en blad en haar aangename zachtroze kleur een van de beste onder de grote Asters.