In het wild is deze plant te vinden in vrijwel de hele VS en een deel van Canada. Ze staat daar bekend als 'Butterfly Weed', de ultieme vlinderplant dus, maar helaas niet voor onze meest kieskeurige oligolectische vlindersoorten.
Voor de polylectische bijen en vlinders die wat minder kieskeurig zijn is ze met haar overmaat aan nectar een toprestaurant.
Ze is volledig winterhard, maar staat in de winter niet graag nat.
Wintergroene pollen met stervormige geurende gele bloemen. De plant is vanwege het lange spitse blad goed bruikbaar als lijnvormig element in mediterrane combinaties. Donker violet en dit geel zijn sterke bondgenoten.
Uitstekend winterhard.
Maar moet absoluut in de zon.
Een nieuwe bloem die niet echt wil bloeien, dat is natuurlijk echt bijzonder en ze doet dat, eenmaal begonnen zonder ophouden.
De lintbloemen blijven groen met een purperen waas, het gevulde hart verkleurt naar purper.
Heerlijk subtiel en spannend.
Gemakkelijke vaste plant en snijbloem.
Fijne witte wolken voor het najaar. Makkelijk en betrouwbaar en met op de juiste hoogte, veel meer bloem dan plant.
Ouwe trouwe voor de witte border.
Deze recente introductie, een vermoedelijke kruising tussen Aster novi-belgii en cordifolius werd door collega Christian Kress gevonden in de tuin van Ruth Treff in Darmstadt.
Ze bloeit lekker laat en rijk aan sterk vertakkende stelen met talrijke kleine bloemtjes, is vitaal en vooralsnog meeldauwvrij.
Waar spreken we af?