Bee friendly
Tegenwoordig worden sommige planten verkocht met een logo dat aangeeft dat ze bij-vriendelijk zijn.
Recent is gebleken dat bij de teelt van die planten insecticiden worden gebruikt. Bijzonder, dat bij de teelt van planten die in je tuin insecten moeten helpen, insecten juist worden bestreden. Dit maakt duidelijk dat dit logo uitsluitend bedoeld is om verkoop te bevorderen.
Bijen zijn het troetelinsect geworden sinds bekend is dat het slecht met ze gaat. Meestal heeft men het dan over honingbijen.
Imkers hebben last van bijensterfte, dat is de kanarie in de kolenmijn. Honingbijen worden door imkers vermeerderd en hebben, hoewel sterfte onder bijenvolken toeneemt, als soort niets te vrezen. Het raakt de imker in zijn portemonaie wanneer hij weer een volk verliest, maar hij brengt de aantallen snel weer op peil. De soorten die worden bedreigd zijn wilde bijen en andere insecten.
Bijen en andere insecten hebben het moeilijk door het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de verschraling van onze natuurlijke landschappen door grootschalige landbouw.
Natuur is complex.
We moeten onderscheid maken tussen alleseters en insecten die zich alleen voeden met en voortplanten op specifieke inheemse planten. Onze natuur is de afgelopen 50 jaar niet alleen ingeperkt maar ook in een zorgwekkend tempo soortenarm geworden. Stikstofdepositie zorgt er voor dat overwegend planten die van rijke grond houden zich uitbreiden ten koste van andere inheemse soorten. Brandnetels en bramen nemen onze natuurlijke vegetatie over vanwege de overmaat aan CO2 en stikstof en verdringen andere inheemse soorten.
Er zijn heel veel soorten insecten. In de vrije natuur houden ze elkaar en ook plantensoorten in evenwicht. Grofweg kan een versimpelde indeling worden gemaakt:
Alleseters, of polylectische soorten nemen genoegen met elke bron van nectar en stuifmeel. Monolectische insectensoorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van specifieke inheemse plantensoorten waarmee ze samen zijn geëvolueerd, of daar aan verwante soorten. Honingbijen, metselbijen, dagpauwogen zijn voorbeelden van insecten die zich prima weten te redden met de nectar van exotische plantensoorten en hoogveredelde balkonplanten. Kieskeurige, of monolectische insecten, zijn de soorten die vanwege de afnemende diversiteit in de natuur met uitsterven worden bedreigd. Ze zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van een, of een aantal specifieke inheemse soorten, of daar aan verwante soorten.
Vooral monolectische insectensoorten zijn vanwege onze verschraalde natuur met uitsterven bedreigd.
Maar het kan natuurlijk geen kwaad ook andere insecten te respecteren en beschermen, ook uitheemse plantensoorten kunnen daar aan bijdragen. Uiteindelijk spelen de meest gangbare soorten de belangrijkste rol in onze natuur. Kwetsbare ecosystemen met zeldzame soorten die dreigen uit te sterven en waarin het samenspel van planten en dieren complex is ervaren de grootste druk. Ze begeven het het eerst.
Alle insecten hebben last van bestrijdingsmiddelen. Met name op het platte land is die druk heel groot. Polylectische soorten doen het daarom soms zelfs beter in de stad dan op het platteland. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling.
Als je de soorten die met uitsterven worden bedreigd wil redden zou je je moeten beperken tot inheemse planten. Het is waarschijnlijk een illusie dat je op die postzegel, die veel achtertuinen feitelijk zijn, soorten kunt redden. Diversiteit is vooral een kwestie van natuur- en landschapsbeheer. Dus voel je vooral niet schuldig als liefhebber van exotische planten zoals vlinderstruiken. Ze voeden, misschien niet de meest bedreigde vlindersoorten, maar wel heel veel verschillende insecten en dat is een genot om te zien. Wij zien ze als een snackbar met fastfood voor insecten; een soort van guilty pleasure. Die insecten kunnen vervolgens weer bijdragen aan de voedselketen als voer voor vogels.
Sierplanten worden tijdens hun teelt doorgaans bespoten met insecticiden. Wij doen dat uiteraard en vanzelfsprekend niet met onze planten. Wanneer wij luizen zien worden we blij. Dat is immers het voedsel dat hun natuurlijke vijanden nodig hebben. Diezelfde natuurlijke vijanden houden later in het seizoen ook andere plagen zoals trips onder controle. Daarom ben ik ook geen fan van 'biologische bestrijding'. Een 'biologische kweker' liet mij jaren geleden met trots zien hoe hij alle giftige planten die hij kon bedenken in een soort van soep of gier verwerkte om daarmee insecten te bestrijden. "Goed toch, want immers natuurlijk." Het onbegrip daarin begrepen was voor mij schokkend. Dat je als biologisch kweker bereid bent je volledige ecosysteem niet alleen te negeren maar ook uit te roeien gaat mijn begrip te boven. Deze kweker is gecertificeerd biologisch en kweekt zijn planten onder folie op verharding. Op dit bedrijf is geen ruimte voor natuur of iets anders dat geen geld oplevert.
Mijn inschatting was, tot voor kort, dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen vooral daar waar de planten worden gekweekt een probleem zijn. Zodra die planten niet langer worden bespoten zijn die planten over het algemeen al snel minder levensbedreigend voor insecten dacht ik. Maar helaas, de meest krachtige insecticiden ooit, Neonicotinoïden, zijn persistent. Ze zijn 1000 keer zo giftig als DDT en breken niet af. Zaad dat is behandeld met Neonicotinoïden verspreidt dat gif door de hele plant, in die mate zelfs dat zelfs dauw dat zich in bladoksels verzamelt giftig kan zijn voor insecten. Dergelijke zaadbehandelingen worden toegepast bij snijmais en suikerbieten. Een aanzienlijk deel van ons landbouw areaal is dus jarenlang potentieel dodelijk voor insecten. Onderzoek toont ook aan dat die bestrijdingsmiddelen zich over het landschap verspreiden. Het is een droom dat een boer alleen zijn eigen akkertje bespuit.
Bijna alle sierplanten worden gekweekt in potgrond op basis van veen of turfproducten. Daarvoor worden op grote schaal natuurgebieden, met name in de Baltische Staten vernietigd. Je vierkante meter groentetuintje met potgrond is mogelijk nog schadelijker dan die paar bespoten planten. Ik vind het vreemd en verwerpelijk dat Biologische Certificering het gebruik van veenproducten nog steeds toestaat.
Wij kweken inheemse en exotische planten die we geweldig vinden. De meeste van die planten zijn bijzonder insecten vriendelijk. Niet alleen omdat we ze kweken zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen en omdat onze potgrond veenvrij is. Veel van die plantensoorten worden begrepen door bedreigde insecten. Ongeveer een kwart van de oppervlakte van de twee hectare waar onze kwekerij op gevestigd is is ingericht als biotoop voor insecten volegels enandere flora en fauna.
Wij doen er wel ons best voor maar: Bijzondere kwetsbare insecten kunnen wij waarschijnlijk niet redden op onze postzegel van 20.000 vierkante meter. Dat is aan onze vrienden van Natuurmonumenten, andere natuurbeheerders en vooral ook de politiek.
De meest insecten vriendelijke planten die we op dit moment in voorraad hebben vind je hier: Bijen en Vlinderplanten